19679 |
asbak |
assenbak:
ɛ̄š˂bak (Q121p Kerkrade)
|
asbak
III-2-1
|
30553 |
asfaltpapier |
asfalt:
asfalt (Q121p Kerkrade),
pappendekkel:
papǝdɛkǝl (Q121p Kerkrade)
|
Poreus bordpapier, gedrenkt in asfalt of zware teeroliën. Asfaltpapier wordt gebruikt als isolatiemateriaal tegen vocht maar ook als dakbedekking. 'Lodorite' is een asfaltbitumen juteweefsel dat als afdichtingsmateriaal in stroken wordt verwerkt. [N 31, 36b; N 64, 155b; monogr.]
II-9
|
23780 |
askruisje |
assekruisje:
èsjekrütsje (Q121p Kerkrade)
|
Het Askruisje [assekrüske, esjekruuts]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
19722 |
aslade |
asseschot:
mv. Æß\\ß‹s\\r
ɛ̄šəšōͅs (Q121p Kerkrade),
vuurschot:
vy(3)̄ršōͅs (Q121p Kerkrade)
|
asla
III-2-1
|
33277 |
asperge |
spargel:
sjpargel (Q121p Kerkrade),
spergel:
špargǝl (Q121p Kerkrade),
šparjǝl (Q121p Kerkrade)
|
Asparagus officinalis L. Een tot 2 meter hoge plant met naaldvormige takjes en rode bessen, die op zandgronden groeit en om de jonge, ondergrondse spruiten als groente wordt geteeld in aspergebedden. [N Q, 7; monogr.] || asperge
I-5, I-7
|
22897 |
aswoensdag |
assermittwoch (<du.):
èsjermitwoch (Q121p Kerkrade)
|
Aswoensdag, de eerste dag van de grote vasten [ésjermitwoch, aesjergoonsdiech, esjelegoonsdich]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
19561 |
aszeef |
ringelskorf:
reŋəlskøͅrf (Q121p Kerkrade)
|
kolenzeef
III-2-1
|
21904 |
atelier |
werkstatt (du.):
Van Dale (DN): Werkstatt, 1. werkplaats, garage; - 2. atelier (v.e. kunstenaar).
werksjtat (Q121p Kerkrade)
|
de ruimte, ingericht om er te werken met gereedschappen en/of machines [atelier, werkplaats] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
33499 |
augurk |
gurkje:
ideosyncr.
jurksjer (Q121p Kerkrade)
|
Een soort van kleine komkommer die vaak in azijn wordt ingemaakt; een augurk (canichon, augurk). [N 82 (1981)]
I-7
|
23401 |
aureool |
heiligenschijn:
hillieje sjien (Q121p Kerkrade)
|
De gouden lichtkrans of -kring boven om het hoofd van een heiligenbeeld [aureool, nimbus?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|