27538 |
kerstbedeling |
kristboombescherung:
kresbōmbǝšēruŋ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
weihnachtsbescherung:
wajnaxtsbǝšēruŋ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale])
|
Het gebruik op de Domaniale mijn om rond Kerstmis geschenken uit te delen aan de kinderen van personeelsleden. De kerstbedeling heeft tot aan het begin van deze eeuw bestaan. [monogr.]
II-5
|
23777 |
kerstbeelden |
kribheiligen:
kribhillieje (Q121p Kerkrade)
|
De beeldengroep van de kerststal, de kerstbeelden. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23776 |
kerstboom |
kerstboom:
krisboom (Q121p Kerkrade)
|
Een kerstboom [krisboom]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23779 |
kerstkribbe |
kribbetje:
krib(je) (Q121p Kerkrade)
|
Een kerstkribbe [et kribche]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
22668 |
kerstlied |
kerstliedje:
krislidsjer (Q121p Kerkrade)
|
Een lied dat in de kersttijd veel gezonden wordt [leis, kerstliedje]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
23242 |
kerstmis |
kerstmis:
Krismes (Q121p Kerkrade),
weihnachten (du.):
Wainachte (Q121p Kerkrade)
|
Kerstmis [Krismes, Kriësmes, Keersemes, Korsmes]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23770 |
kerstnacht |
kerstnacht:
krisnaat (Q121p Kerkrade),
weihnachtsnacht:
wainachtsnaat (Q121p Kerkrade)
|
De nacht van 24 op 25 december waarin Christus geboorte herdacht wordt, kerstnacht [krisnach]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23775 |
kerststal |
kerststal:
krissjtal (Q121p Kerkrade),
krib:
krib (Q121p Kerkrade)
|
Een kerststal. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
27690 |
ketelhuis |
ketelhuis:
kɛsǝlhūs (Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Julia])
|
Plaats waar de stoomketels van de mijn zich bevinden. Zij produceren stoom voor de aandrijving van generatoren en persluchtcompressoren. [N 95, 17; monogr.]
II-5
|
22457 |
ketelmuziek |
schandaal:
sjandaal (Q121p Kerkrade)
|
Het lawaai dat gemaakt wordt met potten, pannen, ketels etc. en dat bij wijze van volksjustitie gemaakt wordt voor de deur van personen die zich misdragen hebben in de ogen van hun dorpsgenoten [blekalbade, belmarkt]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|