18674 |
kinderkleren |
kinderkleren:
kingerkleier (Q121p Kerkrade)
|
kinderkleren, kinderkleertjes [N 23 (1964)]
III-1-3
|
23567 |
kinderkoor |
kinderkoor:
kingerkoeër (Q121p Kerkrade)
|
Het kinderkoor, jongenskoor of knapenkoor, een zangkoor van kinderen uit de hoogste klassen van de lagere school. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23505 |
kindermis |
kindermis:
kingermès (Q121p Kerkrade),
schoolmis:
sjoeëlmès (Q121p Kerkrade)
|
Een kindermis, schoolmis [kiendermis, kingermès, sjoeëlmès?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
19382 |
kinderstoel |
kakstoeltje:
kakštø̄lšə (Q121p Kerkrade),
kinderstoeltje:
keŋərštø̄lšə (Q121p Kerkrade)
|
kakstoeltje || kinderstoeltje
III-2-1
|
23925 |
kindje jezus |
jezuskindje:
jezuskinke (Q121p Kerkrade)
|
Het Jezuskind, het kind(je) Jezus, Jezuke. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20169 |
kinds |
kinds:
kingsj (Q121p Kerkrade)
|
door hoge ouderdom zwak van geest, geheugenloos [kinds, simpel] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
17601 |
kinnebak |
bakkeknook:
bàkəknò:x (Q121p Kerkrade)
|
kinnebak [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
34524 |
kip van broedsheid genezen |
afkoelen:
āfkø̄lǝ (Q121p Kerkrade)
|
In vraag N 19, 59 werd gevraagd naar de termen voor een kip van broedsheid genezen door ze in een emmer water te stoppen met haar achterste. Een aantal antwoorden wijst op deze methode. Maar er is ook een aantal respondenten dat deze methode niet kent of vermeldt dat deze manier van handelen niet helpt. De broedse kip afzonderen en vastzetten is een alternatief (L 159a (Middelaar), 268 (Velden), 295 (Baarlo), 318b (Tungelroy), 374 (Thorn), P 107a (Rummen)). De informant van L 320a (Ell) adviseert de broedse kip in afzondering sterk eiwitrijk voedsel te voeren. En volgens de informant van Q 121c (Bleijerheide) is een beter middel dan in het water stoppen de kip vier dagen in een rek aan de wand te hangen. [N 19, 59]
I-12
|
29843 |
kippen |
hoender:
hondǝr (Q121p Kerkrade)
|
De hennen of de hoenderen. De (vrouwelijke) kippen of hennen vormen de meerderheid in een kippenhok en geven hun naam aan het geheel. Zie afbeelding 8. [N 19, 37; RND 1; Wi 13; Wi 14; Wi 17; A 6, 1b; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 6, 20a; L 28, 35; L 22, 22; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; L 42, 5; L 44, 53; S 14; NE 2, I; Gwn 5, 14; Vld.; monogr.]
I-12
|
34463 |
kippen -kinderwoord |
pietjeren:
pitjǝrǝ (Q121p Kerkrade)
|
[N 19, 38; monogr.]
I-12
|