e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

Gevonden: 6483
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
baldakijn hemel: himmel (Kerkrade) De rechthoekige troonhemel waaronder het H. Sacrament wordt rondgedragen in de processie [Hemel, balkon, draaghemel, himmel]. [N 96C (1989)] III-3-3
balein balein: berlieng (Kerkrade, ... ) balein || balein uit het korset [N 25 (1964)] III-1-3
balkenbrij balkenbrij: balkebrij (Kerkrade), bal’kebrij (Kerkrade), panharst: panhaas (Kerkrade), pan’nas (Kerkrade), Syst. WBD Klemtoon vooraan!  panasj (Kerkrade) balkenbrij [Roukens 03 (1937)] || Balkenbrij (bombaalie?) [N 16 (1962)] III-2-3
balklaag, roostering gebalk: jǝbɛlǝk (Kerkrade) De gezamenlijke balken die op één verdieping gelegen zijn. Zij vormen de basis voor de vloer van de betreffende verdieping en de zoldering van de onderliggende verdieping. In L 210 werden de zolderribben geplaatst als de muren op plafondhoogte gemetseld waren. [N 54, 115a; monogr.] II-9
balletje bij het bikkelen balletje: bɛlkə (Kerkrade) Het balletje of de knikker. [N R (1968)] III-3-2
balorig stijfkoppig: sjtiefköppieg (Kerkrade) niet naar raad willen luisteren [balorig, balsturig, netelig, kriemelig, balkjorig, koppig, kwaad] [N 85 (1981)] III-1-4
balzak buidel: bül (Kerkrade, ... ), zak: zak (Kerkrade) balzak, scrotum [zak, beurs] [N 10c (1995)] III-1-1
band reep: rēf (Kerkrade) In het algemeen de band die de houten duigen van een vat of kuip omspant en bijeenhoudt. De band is doorgaans van ijzer vervaardigd. Vroeger werden ook houten banden gebruikt. [A 19, 1a; monogr.] II-12
band, lint lint: lint (Kerkrade) Lintvormig weefsel van katoen, linnen, fluweel enz. ter afboording, versiering of versteviging. [N 62, 58d; N 62, 58c; Gi 1.IV, 55; Gi 1.IV, 56; monogr.] II-7
bandelier van de suisse sjerp: sjerp (Kerkrade) De bandelier van de suisse waarop de woorden: Eerbied in Gods huis. [N 96B (1989)] III-3-3