17894 |
krommen, ombuigen |
buigen:
beuje (Q121p Kerkrade)
|
Krommen: een kromme, gebogen vorm doen aannemen (krommen, buigen, draaien). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
31349 |
krompasser |
krompasser:
krompasǝr (Q121p Kerkrade)
|
Passer met kromme benen waarmee de dikte van voorwerpen kan worden gemeten. Er bestaan twee uitvoeringen van de krompasser: één met veer en stelschroef en één met een scharnierpunt dat voldoende stroef is om de twee benen, na het uitzetten van de vereiste afmeting, in die stand vast te houden. De benen van de krompasser met stelschroef kunnen met een kartelmoer worden gefixeerd. Zie ook afb. 82. [N 33, 252c; N 64, 80b; N 66, 1b]
II-11
|
21502 |
kroon |
kroon:
eͅnə krūn (Q121p Kerkrade)
|
een kroon [ZND A2 (1940sq)]
III-3-1
|
19586 |
kroonkandelaar, luster |
kroonluchter:
kroonluchter
kroonlûeter (Q121p Kerkrade)
|
lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
30146 |
kroonlijst |
muizetand:
mūzǝtsaŋk (Q121p Kerkrade)
|
Uitspringende sierstrook van bakstenen boven aan de gevel, juist onder de dakgoot. Het woordtype 'muizetand' is specifiek van toepassing op een laag metselwerk waarbij de koppen van de stenen overhoeks worden gelegd, zodat de driehoekige voorsprongen schuine tanden vormen. [N 31, 30a; L 12, 9; monogr.; div.]
II-9
|
23381 |
kroonluchter |
kroonluchter:
kroeënlüeter (Q121p Kerkrade)
|
Een veelarmige lamp in de kerk, luchter, kroonluchter. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
22182 |
kropduif |
kropperd:
kroppet (Q121p Kerkrade)
|
Kropduif.
III-3-2
|
24484 |
kruid (alg.) |
kruid:
kroed (Q121p Kerkrade)
|
kruid
III-4-3
|
20658 |
kruiden, specerijen |
gekruids:
ideosyncr.
jekrüeds (Q121p Kerkrade),
gewrz (du.):
jewürts (Q121p Kerkrade)
|
De kruiden die bij de bereiding bij groente of vlees gevoegd worden om de smaak van het gerecht te verbeteren, in het algemeen (kruid, toekruid, specerij). [N 82 (1981)] || specerij
III-2-3
|
20587 |
kruidenjenever |
bittertje:
bittersjə (Q121p Kerkrade),
els:
els (Q121p Kerkrade),
miemelenbitter:
miemmelebitter (Q121p Kerkrade),
wacholder:
wa’cholder (Q121p Kerkrade),
jeneverbes
wa’chelter (Q121p Kerkrade)
|
jenever; Hoe noemt U: Sterk alcoholische drank bereid uit moutwijn waaraan bij de distillatie jeneverbessen zijn toegevoegd, die er het aroma aan verlenen (snevel, babbelwater, jandoedel, knevelwas, kwak, sjenevel, jenever, klare, snaps) [N 80 (1980)] || kruidenjenever; Hoe noemt U: Jenever met kruiden (pop) [N 80 (1980)] || soort jenever
III-2-3
|