31400 |
linkse boor |
linkse boor:
leŋksǝ bōr (Q121p Kerkrade)
|
Boorijzer waarbij de borende werking optreedt wanneer het linksom gedraaid wordt. [N 33, 158a]
II-11
|
28772 |
linnen, linnengoed |
lijnen:
liŋǝ (Q121p Kerkrade)
|
Weefsel uit vlas- of hennepgaren vervaardigd. Lijnwaad. [N 62, 77; N 59, 201; N 62, 75f; L 1a-m; L 30, 30a; L 30, 30b; L B1, 95; MW; Wi 18 en 55; S 22; monogr.]
II-7
|
19753 |
linnenkast |
lijnenschap:
liŋəšāf (Q121p Kerkrade)
|
linnenkast
III-2-1
|
30160 |
lintvoeg |
strekvoeg:
štrɛk˲[voeg] (Q121p Kerkrade)
|
Horizontale voeg. Zie ook afb. 41. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(voeg)' het lemma 'Voeg'. [N 32, 29b; monogr.]
II-9
|
31436 |
lintzaagmachine |
bandzeeg:
bant˱zē̜ǝx (Q121p Kerkrade),
baŋk˲zē̜ǝx (Q121p Kerkrade)
|
Stationaire machine voor het zagen van diverse materialen. Het zaagblad van de lintzaagmachine bestaat uit een stalen band zonder einde dat aan één kant van zaagtanden is voorzien en wordt aangedreven door een elektromotor. Het te zagen materiaal rust op een zaagtafel en wordt tegen het draaiende blad aangedrukt. Met de lintzaag kunnen ook gebogen zaagsnedes worden gemaakt. [N 50, 69; N 53, 16; monogr.] || Stationaire machine voor het zagen van diverse materialen. Het zaagblad van de lintzaagmachine bestaat uit een stalen band zonder einde dat aan één kant van zaagtanden is voorzien en wordt aangedreven door een elektromotor. Het te zagen materiaal rust op een zaagtafel en wordt tegen het draaiende blad aangedrukt. Met de lintzaag kunnen ook gebogen zaagsnedes worden gemaakt. Het werktuig werd volgens de invullers uit L 290 en L 291 gebruikt om profielijzer te zagen. [N 33, 330; monogr.]
II-11, II-12
|
17617 |
lip |
lip:
lip (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade,
Q121p Kerkrade),
lìp (Q121p Kerkrade),
ənə lip (Q121p Kerkrade)
|
een lip [znd A1 (1940sq)] || lip [DC 01 (1931)], [RND]
III-1-1
|
24528 |
lisdodde |
tanteknuppel:
tan’teknuppel (Q121p Kerkrade)
|
lisdodde
III-4-3
|
23731 |
litanie van de rozenkrans |
litanie (<lat.):
lietanei (Q121p Kerkrade)
|
De litanie van O.L. Vrouw, het slot van het Rozenhoedje [littenïj, lietenïj, lieteniej, lietenej?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18051 |
litteken |
lijnteken:
lientseeche (Q121p Kerkrade),
lientseege (Q121p Kerkrade),
litteken:
littseeche (Q121p Kerkrade),
nerf:
[Vgl. du. Narbe, rk]
nerf (Q121p Kerkrade)
|
Als een wond of zweer is genezen, blijft de plaats ervan meestal zichtbaar. Die plek noemt men dan een .... (Nederl. litteken). [DC 30 (1958)] || litteken
III-1-2
|
23438 |
liturgisch vaatwerk |
kelken:
kilche (Q121p Kerkrade)
|
De heilige vaten, het liturgisch vaatwerk [kelken, cibories, monstrans]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|