e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
liturgische gewaden miskleren: mèskleier (Kerkrade) De paramenten, de liturgische gewaden. [N 96A (1989)] III-3-3
locomotiefloods locloods: lǫklōts (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Maurits]), locomotiefloods: locomotiefloods (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), lokomotiflōts (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Julia]), loods: loods (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), remise: rǝmis (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]) Ondergrondse ruimte, meestal in de buurt van de schacht, waar de niet in gebruik zijnde locomotieven worden ondergebracht. [N 95, 701; monogr.] II-5
locomotiefmachinist machinist: machinist (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Domaniale]), mašǝnes (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), togmachinist: tsoxmašinest (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]) Arbeider die de mijnlocomotief bedient. [N 95, 151; monogr.] II-5
loeien van de koe in het algemeen bulken: bølkǝ (Kerkrade) [N 3A, 5a; JG 1a, 1b; Gwn V, 8; Wi 57; monogr.] I-11
loeren gapen: gaape (Kerkrade), loeren: loere (Kerkrade, ... ), lonken: lonke (Kerkrade) kijken: loeren [lonke, luime] [N 10 (1961)] III-1-1
lof lof: lof (Kerkrade), zegen: zeëje (Kerkrade) Het lof, de kerkdienst met uitstelling van het Allerheiligste, gehouden op zondagmiddag, soms op zaterdagavond [lof, laof, zeëje?]. [N 96B (1989)] III-3-3
lof met processie rondgang: ronkjank (Kerkrade) Lof met processie (rondom de kerk of over het kerkplein of kerkhof) op de eerste zondag van de maand. [N 96B (1989)] III-3-3
lomp paard karhengst: karǝheŋs (Kerkrade) [JG 1a; N 8, 62h] I-9
long long: long (Kerkrade), lōng (Kerkrade), lônge (Kerkrade) long, longen [loos, leus] [N 10a (1961)] III-1-1
longen longen: loŋǝ (Kerkrade), (enk)  loŋ (Kerkrade) De longen of de long van het grootvee in het algemeen. [N 28, 88b] I-11