e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
loonkantoor, loonhal loonbureau: luǝnbyro (Kerkrade  [(Domaniale)]  , ... [Julia]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), loonhal: loonhal (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Emma, Maurits]), luǝnhal (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Willem-Sophia]), lūǝnhal (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Julia]), loonkantoor: luǝnkantuǝr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]) Plaats waar het loon uitbetaald wordt. [N 95, 28; N 95, 977] II-5
loonzakje loontuit: luǝntȳt (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), loontuitje: luǝntȳtšǝ (Kerkrade  [(Wilhelmina / Domaniale)]   [Domaniale]) Volgens de informant van Q 15 was het loonzakje al vroeg in onbruik. De arbeider kreeg daarna van zijn opzichter een loonstrookje en tegen inlevering hiervan werd zijn loon uitbetaald. [N 95, 980] II-5
loops loops: leupsch (Kerkrade), lopetig: lø&#x0304fətix (Kerkrade), rammels: raməlš (Kerkrade) konijn, geslachtsdrift vertonend [N 19 (1963)] || loops, geslachtsdriftig ve teef [N 19 (1963)], [N C (1962)] III-2-1
loot, nieuw uitgelopen twijgje scheutje: ideosyncr.  sjäos-je (Kerkrade) Een nieuw uitgelopen twijgje (spraon, scheut, schot, lot). [N 82 (1981)] III-4-3
lopen lopen: loope (Kerkrade), e leuft hin en haer  loofe (Kerkrade) lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] III-1-2
loper klazeman: kloͅazəman (Kerkrade) loper (om deur open te maken) III-2-1
losgetuigd leiden los leiden: lǫs lęi̯ǝ (Kerkrade) Een paard zonder zadel en niet tussen berries leiden met de teugel. [N 8, 101c] I-10
losse linnen halsboord kraag: kraar (Kerkrade) halsboord, losse linnen ~ [beurdje, hemdsband] [N 23 (1964)] III-1-3
losse zak onder de rok geldbuidel: geldbul (Kerkrade) tas, losse ~, zak of buidel die onder de rok wordt gedragen [N 24 (1964)] III-1-3
losvloer hängebank: hɛŋǝbaŋk (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Willem-Sophia]), losvloer: losvloer (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Julia]), schachtplaats: šātplātš (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Zwartberg, Winterslag]), zeel: zēl (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Winterslag, Waterschei]) De plaats waar de mijnwagens uit de liftkooi worden gelost. Bij de hoofdschachten bevindt zich de losvloer in de schachttoren, bij blinde schachten is de mijngang die bij het bovenste gedeelte van de schacht uitloopt meteen de losvloer (Vanwonterghem pag. 187). [N 95, 691; monogr.; Vwo 484; Vwo 655; Vwo 767] II-5