e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
loszittende gesteentebank knip: knip (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), zerk: zerk (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), zɛrk (Kerkrade  [(Domaniale / Wilhelmina)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Een gesteentebank in het dak die neiging vertoont neer te vallen en die daardoor gevaar oplevert. Wat betreft het woordtype "zerk": Lochtman (pag. 81) zegt dat de gesteentebank er inderdaad uitziet als het deksel van een doodskist. De bank zit met de platte kant naar beneden en bevindt zich in een situatie die het plotseling loslaten zeer bevordert. [N 95, 897; monogr.; N 95, 529] II-5
loteren, los zitten los zitten: los zitse (Kerkrade) los zitten, gezegd van onderdelen [loteren] [N 91 (1982)] III-4-4
luchtballon luchtballon: lófbalong (Kerkrade) een ballon die kan opstijgen met een mand eronder om personen te vervoeren [ballon, luchtbal, luchtbol, luchtschip] [N 90 (1982)] III-3-1
luchtbel bel: bē̜l (Kerkrade), libel: libɛl (Kerkrade) De luchtbel in de vloeistof van de waterpas. [N 30, 12b; monogr.] II-9
luchtbel in water bel: belle (Kerkrade) de opborrelende lucht- of gasbel in een vloeistof [wal, wel, brobbel, bobbel] [N 91 (1982)] III-4-4
luchtcirculatie loftcirculatie: loftserkǝlāsi (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Maurits]), loftzirkulation: loftsirkulatsiuǝn (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]) De circulatie van de lucht door de ondergrondse werken. [N 95, 210] II-5
luchtdeur loftdeur: lofdȳr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), lofdȳǝr (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Maurits]), wetterdeur: wɛtǝrdȳr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Willem-Sophia]) Houten of ijzeren deur waarmee de luchtstroom ondergronds geregeld kan worden. [N 95, 214; monogr.; Vwo 485; Vwo 862] II-5
luchtdoorhouw, luchtdoortocht doorslag: dørxšlāx (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), loftdoorslag: lofdørxšlāx (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]) Kleine mijngang in de koollaag die uitsluitend dient voor ventilatiedoeleinden. [N 95, 217; N 95, 182; N 95, 538; monogr.; Vwo 486; Vwo 490] II-5
luchtgalerij windbaan: weŋkbān (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale, Laura, Willem-Sophia, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Emma, Maurits]) Galerij die het boveneinde van de pijler met een dwarsgang verbindt. De luchtgalerij voert de verbruikte lucht af naar de uitstromingsschacht en wordt meestal ook gebruikt voor de aanvoer van materiaal (Lochtman pag. 69). [monogr.; Vwo 446; Vwo 448; Vwo 488; Vwo 601; Vwo 805; N 95, 209; N 95, 212] II-5
luchthamer afbouwhamer: afbǫ.whamǝr (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Domaniale]), āfbǫwhamǝr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Maurits]), pikhamer: pikhamǝr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Zwartberg, Eisden]), pikkelhamer: pekǝlhamǝr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Emma]) De door samengeperste lucht aangedreven hamer waarmee de houwer in de pijler de steenkool delft. [N 95, 808; monogr.; N 95, 760 add.; Vwo 30; Vwo 487; Vwo 598; Vwo 603; div.] II-5