27790 |
mijnmeter |
markscheider:
markšajdǝr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Julia]),
mijnmeter:
mijnmeter (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Julia])
|
De mijnmeter voert in een mijn metingen uit en werkt details van het mijnplan uit. Vanwonterghem (pag. 114) spreekt van een beëdigd bediende die topografische opmetingen moet doen en ze op kaart moet uitwerken. Het woordtype "kettingtrekker" (Q 21), eigenlijk de benaming voor de hulp van de mijnmeter, werd op de mijn Maurits gebruikt als spotnaam voor de mijnmeter. Zie ook het lemma Hulp Van Mijnmeter. [N 95, 138; monogr.; Vwo 114; Vwo 154]
II-5
|
27678 |
mijnmuur |
kuilmuur:
kulmuǝr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Julia]),
kulmūr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Willem-Sophia])
|
[N 95, 38b]
II-5
|
27547 |
mijnpet |
kuilkap:
kulkap (Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Julia])
|
Plastic, vroeger leren, pet door de mijnwerker als hoofdbescherming gedragen. De invuller uit Q 113 merkt daarover op, dat toen hij in 1933 in de mijn begon, velen een oude pet of hoed droegen. Later voerde men op de vier Oranje-Nassaumijnen lichte, leren petten in en deze werden vervolgens weer vervangen door de versterkte leren pet en de plastic helm. [N 95, 66; monogr.]
II-5
|
27792 |
mijnplan |
kuilplan:
kulpl˙ān (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Maurits])
|
Ontwerpen en tekeningen waarop is vastgelegd hoe de aanleg en winning moeten geschieden. [monogr.]
II-5
|
27677 |
mijnplein |
kuileplei:
kulǝplaj (Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Domaniale]),
kuilplei:
kulplaj (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Julia])
|
Het voorplein van de mijn. [N 95, 3; monogr.]
II-5
|
27526 |
mijnpolitie |
kuilpolitie:
kulpolis (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
kulpolisǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
kulpǝlis (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
kulpǝlisǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Emma]),
mijnpolitie:
mijnpolitie (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Maurits])
|
Corps voor de kontrole op de naleving van het mijnreglement. [N 95, 31; monogr.]
II-5
|
27679 |
mijnpoort |
kuilpoort:
kulpoǝts (Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Julia])
|
Toegang tot de mijn. [N 95, 39]
II-5
|
27601 |
mijnreglement |
kuilvoorschriften:
kulvȳršreftǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
mijnreglement:
mijnreglement (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Julia])
|
Voorschriften voor het werken in de mijn. Mijnwerkers die op de mijnschool de opleiding tot opzichter volgden, waren verplicht dit omvangrijke boekwerk aan te schaffen. [N 95, 993]
II-5
|
27527 |
mijnschade |
bergscha:
bɛrxšā (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
de kuil deronder:
(daar is) dǝ kul droŋǝr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
de kuil onder het huis:
dǝ kul oŋǝr ǝt hūs (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
kuilscha:
kulšā (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
mijnschade:
mijnschade (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Julia])
|
Schade, bij voorbeeld aan huizen, veroorzaakt door het ondergrondse mijnwerk. Het kolen delven heeft tot gevolg dat de bodem zakt waardoor scheuren ontstaan in gebouwen. [N 95, 931]
II-5
|
27549 |
mijnschoenen |
kuilschoenen:
kulšǫŋ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Willem-Sophia]),
schoenen:
šǫŋ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Julia])
|
Schoenen met ijzerbeslag en stalen neuzen. De afkorting "W.I.M." in het woordtype "W.I.M.-schoenen" (L 426) staat voor "Werkplaatsen voor Invalide Mijnwerkers der Staatsmijnen. [N 95, 63; N 95, 884; monogr.]
II-5
|