22751 |
muziek |
muziek:
moezziek (Q121p Kerkrade)
|
Muziek.
III-3-2
|
22670 |
muziekinstrument |
instrument:
insjtroement (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade)
|
Een instrument waarmee muziek gemaakt kan worden [instrument, muziekje]. [N 90 (1982)] || Instrument.
III-3-2
|
22666 |
muzikant |
musiker (du.):
moezieker (Q121p Kerkrade),
muzikant:
moezziekant (Q121p Kerkrade)
|
Iemand die een muziekinstrument bespeelt of muziek componeert [musicus, muzikant]. [N 90 (1982)] || Muzikant.
III-3-2
|
26400 |
naaf |
naaf:
nāf (Q121p Kerkrade)
|
De ronde blok in het midden van het wiel waardoor de as steekt en dat met de velg verbonden is via de spaken. Ter versterking worden er naafbanden rond aangebracht. Zie ook de lemmata middennaafbanden, muilband en achternaafband in II.11. [N 17, 58, 40, 50b; N G, 43; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; L 20, 20a; L 39, 21; A 4, 20a; monogr.]
I-13
|
28708 |
naaien |
naaien:
niǝnǝ (Q121p Kerkrade),
nīnǝ (Q121p Kerkrade),
nīǝnǝ (Q121p Kerkrade)
|
Algemene benaming voor naaien. Informanten uit P 119, P 188 en Q 77 merken op dat de benaming lappen ouder is dan naaien. [N 62, 1a; N 62, 1d; A 2, 70; A 37, 1c; L 31, 46; Gi 1.IV, 12; MW; RND; Wi 40; S 25; monogr.]
II-7
|
28711 |
naaister |
naaierse:
niǝnǝšǝ (Q121p Kerkrade)
|
De algemene benaming voor een vrouw die als beroep heeft het verrichten van naaiwerk en het vervaardigen van kledingstukken. [N 59, 196; N 62, 1b; N 62, 1d; MW; Wi 18; monogr.]
II-7
|
18184 |
naakt |
bloot:
bloeës (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade),
naaks:
naks (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade,
Q121p Kerkrade),
poedelnaaks:
poeddelnaks (Q121p Kerkrade),
poedelrauw:
NB p. 242: rüe, rauw.
poeddelrüe (Q121p Kerkrade)
|
bloot [ZND A2 (1940sq)] || naakt || poedelnaakt || zonder kleren, onbedekt [naakt, nakst, nakend, naaks, naks, bloot] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
31390 |
naaldvijl |
naaldvijl:
nǫlt˲vil (Q121p Kerkrade)
|
Kleine, dunne, stalen vijl van 75 tot 300 mm lengte waarvan het blad uitloopt in een ronde stift die als handvat dient. De naaldvijl wordt vooral gebruikt door instrumentmakers en klokkenmakers voor zeer nauwkeurig werk. De doorsnede van het blad van de vijl kan diverse vormen hebben. [N 33, 92]
II-11
|
23814 |
naampatroon |
patroonheilige:
patroeënhillieje (Q121p Kerkrade)
|
Een naampatroon, de heilige naar wie men is genoemd [namenspatroeën]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23529 |
naar de mis gaan |
de mis horen:
ing mès hure (Q121p Kerkrade)
|
De mis bijwonen, de mis horen [mès huëre, mès bèèje?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|