e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nachthemd nachtshemd: naatshemme (Kerkrade), naatshimme (Kerkrade) nachthemd [N 25 (1964)] III-1-3
nachtjapon nachtskleed: naatskleed (Kerkrade), nachtspon: naatspoem (Kerkrade), naatspoeng (Kerkrade), pon: poem (Kerkrade), poeng (Kerkrade) nachtjapon [nachtpon, bedjak, nachtjak, jak] [N 25 (1964)] || nachtpon III-1-3
nachtkastje nachtcommode-tje: nātkoͅmyətšə (Kerkrade) nachtkastje III-2-1
nachtkleren nachtskleren: naatskleeër (Kerkrade) nachtkleding in het algemeen [t naachtdinge] [N 25 (1964)] III-1-3
nachtmis nachtsmis: naatsmès (Kerkrade) De mis die snachts wordt gedaan, nachtmis. [N 96C (1989)] III-3-3
nachtpak hansop: Soort pyama met jasje en broek aan elkaar vast.  hansop (Kerkrade) nachtpak, overall-achtig ~ met een klep aan de achterkant [hansop] [N 25 (1964)] III-1-3
nachtvlinder avondmiepmop: o:vənt-miepmop (Kerkrade) nachtuiltje, nachtvlinder [DC 18 (1950)] III-4-2
nachtzwaluw geitenmelker: je’temelker (Kerkrade) nachtzwaluw III-4-1
nadeel scha: sja (Kerkrade) het nadeel dat voor iemand uit een gebeurtenis of handeling voortvloeit [schade, schaai, scha, nadeel] [N 85 (1981)] III-1-4
nageboorte nageboorte: noajeboert (Kerkrade) menselijke nageboorte [N 10C (zj)] III-2-2