e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onweersbui donderschoer: donderschoer (Kerkrade), donderschuil: donderschoel (Kerkrade), dondersjoel (Kerkrade), don⁄dersjoel (Kerkrade), donderstoot: donderstoes (Kerkrade), gewitterschuil: jewiet⁄tersjoel (Kerkrade) donderbui, onweersbui || onweersbui met veel regen en wind [schoer, donderschoer] [N 22 (1963)] III-4-4
onweerx donderweer: donderweeêr (Kerkrade), gewitter (du.): gewiter (Kerkrade), jewiet⁄ter (Kerkrade), onweer: aonweêr (Kerkrade) onweer [N 22 (1963)] III-4-4
onwel niet goed: nit jót veule (Kerkrade), niet recht op: nit reët óp zie (Kerkrade) Onwel: zich niet gezond voelend (erg, onwel, onlustig, niet prut, kadies, dings). [N 84 (1981)] || Zich niet lekker voelen (spijten, kruchen, in de lappenmand zijn). [N 84 (1981)] III-1-2
onwennig (voelen) nog niet bij de zijnen zijn: is nóch nit bij de zieng (Kerkrade) nog niet op zijn gemak zijn in een nieuwe toestand [N 85 (1981)] III-1-4
onze-lieve-vrouw meikoningin: ?  mai könnejin (Kerkrade) Onze Lieve Vrouw [Lie(f)vrouw, Sliefvrouw]. [N 96D (1989)] III-3-3
onzevader vaderonzer: vadder ónzer (Kerkrade) Het gebed "Onze Vader", "Pater noster"[Vadder-óns, Vadder-ónzer, noster]. [N 96B (1989)] III-3-3
onzuivere kool aangebakken kool: ājǝbakǝ koǝl (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), onreine kool: onreŋǝ koǝl (Kerkrade  [(Domaniale / Wilhelmina)]   [Domaniale]) Kool met steen gemengd. Het woordtype "brandstenen" werd volgens Lochtman (pag. 184) gebruikt voor een bepaald soort onzuivere steenkolen met een matte schijn. Zij branden wel, maar slecht. [N 95, 525; monogr.] II-5
ooft appelringen: enk. appelrink  ap’pelring (Kerkrade), gedroogde appelschijven: jedruugde appel sjieve (Kerkrade) gedroogde appelschijf || ooft; Hoe noemt U: Appelen of peren, in schijven gedroogd (in de oven) [N 80 (1980)] III-2-3
ooftvlaai ooftenvladem: euèfvlaam (Kerkrade), zwarte vladem: Syst. WBD appel-rénge: aan een draad geregen, gedroogde appelschijfjes.  sjwatse-vlaam (Kerkrade) Vla met moes van gedroogde appelen (euftevlaoj, zwarte vla?) [N 16 (1962)] III-2-3
oog oog: o.gə (Kerkrade), oog (Kerkrade), óg (Kerkrade), óx (Kerkrade) ogen [RND] || oog [DC 01 (1931)] III-1-1