e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

Gevonden: 6483
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bepleisteren klenen: klęǝnǝ (Kerkrade) De gevlochten vulling van een vak of wand met leemspecie bestrijken. In L 320a gebeurde het 'bezetten' met leem, kalk en haren die door de kapper bijeengespaard waren. Het aanbrengen van de leem werd in Q 121 door de 'leemklener' ('lēmklęǝnǝr') gedaan, in Q 96a en Q 96c door de 'plakker' ('pl'kǝr'). Zie voor het woordtype '(be)klenen' ook RhWb IV, kol. 705 s.v. 'klennen ii': ø̄Lehm in die Gefachwand schmieren, plästern.ø̄ Het woordtype 'spervelen' (Q 30) is een afleiding van het woord 'spervel', de benaming voor een rechthoekig plankje met aan de onderzijde een handvat dat wordt gebruikt bij het bepleisteren van muren. Zie ook het lemma 'Speciebord'. [S 21; L 1a-m; N 4A, 53h; N F, 56d; N 31, 45c; monogr.] II-9
beredderen versieren: vertsere (Kerkrade) zaken in orde brengen, zorgen dat iets goed loopt [betimperen, betrekken, kwijten, beredderen] [N 85 (1981)] III-1-4
bergtop spits: sjpits (Kerkrade) top van een berg [spits, piek] [N 81 (1980)] III-4-4
bergx berg: bɛrg (Kerkrade), bergen (mv.): mv.!  bérrəch (Kerkrade) berg [ZND A1 (1940sq)] || berg (bergen) [RND] III-4-4
bericht nieuws: nuits (Kerkrade) een mondeling of schriftelijk overgebrachte mededeling, inlichting [tijding, ting, weet, bericht] [N 87 (1981)] III-3-1
berkenbezem rijzerbezem: rieserbessem (Kerkrade), rīzərbɛsəm (Kerkrade) bezem gemaakt van berketwijgjes (rijsbezem, berkenbezem, berkenboender) [N 20 (zj)] || bezem van berketakjes of heide III-2-1
beschimmeld aan het schimmelen: aan het sjummele (Kerkrade), beschimmeld: D¯r vlaam is besjum¯meld  besjum’meld (Kerkrade) beschimmeld || beschimmeld; Hoe noemt U: Met schimmel bedekt, gezegd van een brood [N 80 (1980)] III-2-3
beschimmelen schimmelen: sjum’mele (Kerkrade), verschimmelen: versjum’mele (Kerkrade) beschimmelen || schimmelen III-2-3
beschot ijzervertog: īzǝrvǝrtsox (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), verpakhout: vǝrpakhōts (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Zwartberg]), verpakijzer: vǝrpakīzǝr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), vertogijzer: vǝrtsoxīzǝr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De wandbekleding van de mijngangen tussen de ondersteuningen. Deze bekleding bestaat uit een min of meer aaneengesloten reeks planken, schaalhout, knuppels of ijzeren platen. Het beschot dient om te beletten dat er stenen tussen de ondersteuningen vallen. [monogr.; N 95, 311; N 95, 415; N 95, 416; N 95, 331; Vwo 107; Vwo 119; Vwo 120; Vwo 696; Vwo 819; Vwo 824] II-5
beschuit beschuit: besjuut (Kerkrade), besjüt’ (Kerkrade) beschuit || de beschuit [N 29 (1967)] III-2-3