e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
overkoot (het is) gezwikt: gǝšwekt (Kerkrade), overkoot: øvǝrkuǝt (Kerkrade) Het voorwaarts doorknikken van de koot van het voorbeen van het paard als gevolg van een verstuiking of van een forcering door te hard te trekken. Zie afbeelding 13. [JG 1b; N 8, 73b, 93a, 93b en 95m] I-9
overleg plannerij: planerei (Kerkrade) de beraadslaging, het overleggen met anderen [beschik, beleid, bezeei, beraad, overleg] [N 85 (1981)] III-3-1
overleggen plannen: plane (Kerkrade) anderen raadplegen, een zaak met een ander bespreken [overleggen, ordenen, beraadslagen] [N 85 (1981)] III-3-1
overloop doorgang: durchjank (Kerkrade), doorloop: durchloof (Kerkrade), overloop: uvverloof (Kerkrade, ... ) Hoe noemt u de vloer boven tussen de hoogste trede van de trap en de deuren van de kamers? (overloop, allee, denter) [N 104 (2000)] III-2-1
overmoedig gedrag zouwaas: zouw aas (Kerkrade) overmoedig, roekeloos gedrag [cranerie] [N 85 (1981)] III-1-4
overrijp, beurs meletig: ideosyncr.  meëletieg (Kerkrade) Te rijp en daardoor droog en korrelig, gezegd van een vrucht (meelachtig, melen, versleten, melig). [N 82 (1981)] I-7
overschilderen tweede laag: tswajdǝ lǫax (Kerkrade) Een laag verf over een andere aanbrengen. [N 67, 77b] II-9
overschoen gummischoen: joemmiesjong (Kerkrade), overschoen: uvversjong (Kerkrade) overschoen III-1-3
overschot, restant ots: óts (Kerkrade), ótse (Kerkrade), rest: res(t) (Kerkrade, ... ) dat wat over is gebleven van een oorspronkelijk aantal, hoeveelheid of geheel [rammenant, rest, solde, klak] [N 91 (1982)] || een klein overschot [kwets, kwats, klats, klets, klas] [N 91 (1982)] || overschot, restant III-4-4
overtrek bedtog: bɛttsox (Kerkrade), tijk: tsex (Kerkrade) overtrek || tijk, overtrek III-2-1