e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
persluchtleiding loftroor: lofrø̄r (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Willem-Sophia]), presloftleitung: prɛsloflajtuŋ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), presloftroor: prɛslofrø̄r (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]) Metalen buisleiding die de perslucht ter plaatse brengt. Aan de persluchtleiding worden met behulp van gummislangen de luchthamers, boorhamers enz. aangesloten. [N 95, 824; monogr.; Vwo 294; Vwo 629; Vwo 630; Vwo 632] II-5
persluchtturbine presloftturbine: prɛslofturbīn (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]) De turbine van de persluchtlamp. [N 95, 260] II-5
personentrein personentog: pɛrsuǝnǝtsox (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), pɛrzuǝnǝtsox (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Eisden]), personentrein: personentrein (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Julia]) Trein bestemd voor het vervoer van personen. [N 95, 714; N 95, 611] II-5
personenvervoer het gaat aan lui: ǝt jēt a. ly (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), personenvervoer: personenvervoer (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Julia]), pɛrsuǝnǝvǝrvø̄r (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), transporteren per zeeltog: transpǫrtērǝ pɛr zēltsox (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), zeelvaart: zēlvārt (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Julia]) Algemene benaming voor het transport van personen. [N 95, 713; N 95, 611; monogr.] II-5
persoon met een lastig karakter schijthuis: Vraag 383 is dubbel (dus 2 x 97 moet nog worden opgesplitst in twee lemmata: "persoon met een lastig karakter"; "een niet gemakkelijk, lastig karakter hebbend  sjieshoes (Kerkrade) een lastig moeilijk karakter hebbend [niepoter, nietprut, kummelij] [N 85 (1981)] III-1-4
persplank, strijkplank strijkbred: štrīxbręt (Kerkrade) Plank waarop men vorm in de stof of kleren perst. Men kent een grote en kleine persplank. In dit lemma duiden de benamingen op een model grote persplank: meestal ongeveer 50 cm breed en 1 m lang en daarbij 3 √† 4 cm dik (Papenhuyzen III, pag. 7). De informant van Q 20 vermeldt dat de persplank een losse plank is om op de kleermakerstafel te leggen. De informant van L 416 merkt op dat de persplank voor grote stukken wordt gebruikt. [N 59, 19a; N 59, 18; N 59, 20; monogr.] II-7
perstafel, strijktafel strijkdis: štrīxdøš (Kerkrade) De tafel waarop men strijkt. Men gebruikt de perstafel om de grotere delen als pantalon of overjas op te persen. De perstafel moet gemaakt zijn van een houtsoort die niet splintert, trekt of scheurt. Houtsoorten die erg slecht vocht opnemen, zijn als perstafel ook ongeschikt (Gerritse, pag. 34). De informanten van L 330 en Q 32 strijken ook kragen op de perstafel, omdat zij daar geen apart kragenblok hebben. Zie ook het lemma ɛkragenblokɛ.' [N 59, 18; N 59, 19a; N 59, 19e; monogr.] II-7
perzik peets: pieëtsj (Kerkrade), pluche-pruim: pluusj’proem (Kerkrade) perzik I-7
perzikkruid reuts: idiosyncr.  reutsj (Kerkrade) Perzikkruid (polygonum persicaria 20 tot 90 cm hoog. De stengels hebben een vliezig kokertje (tuitje) boven de knopen, de stengels zijn behaard en vaak roodachtig; de bladeren zijn lancetvormig en meestal met een zwarte vlek; de bloemen groeien in dicht [N 92 (1982)] III-4-3
pet: algemeen kap: kap (Kerkrade), b.v. E Belsj kepke.  kap (Kerkrade) pet, hoofddeksel met een klep [kips, patsj, klak, koetsj, paaj, flet, kap, klep, muts, luif] [N 25 (1964)] || pet, kap III-1-3