28044 |
persluchtleiding |
loftroor:
lofrø̄r (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Willem-Sophia]),
presloftleitung:
prɛsloflajtuŋ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
presloftroor:
prɛslofrø̄r (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale])
|
Metalen buisleiding die de perslucht ter plaatse brengt. Aan de persluchtleiding worden met behulp van gummislangen de luchthamers, boorhamers enz. aangesloten. [N 95, 824; monogr.; Vwo 294; Vwo 629; Vwo 630; Vwo 632]
II-5
|
28218 |
persluchtturbine |
presloftturbine:
prɛslofturbīn (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale])
|
De turbine van de persluchtlamp. [N 95, 260]
II-5
|
28239 |
personentrein |
personentog:
pɛrsuǝnǝtsox (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
pɛrzuǝnǝtsox (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Eisden]),
personentrein:
personentrein (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Julia])
|
Trein bestemd voor het vervoer van personen. [N 95, 714; N 95, 611]
II-5
|
28238 |
personenvervoer |
het gaat aan lui:
ǝt jēt a. ly (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
personenvervoer:
personenvervoer (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Julia]),
pɛrsuǝnǝvǝrvø̄r (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
transporteren per zeeltog:
transpǫrtērǝ pɛr zēltsox (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
zeelvaart:
zēlvārt (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Julia])
|
Algemene benaming voor het transport van personen. [N 95, 713; N 95, 611; monogr.]
II-5
|
19229 |
persoon met een lastig karakter |
schijthuis:
Vraag 383 is dubbel (dus 2 x 97 moet nog worden opgesplitst in twee lemmata: "persoon met een lastig karakter"; "een niet gemakkelijk, lastig karakter hebbend
sjieshoes (Q121p Kerkrade)
|
een lastig moeilijk karakter hebbend [niepoter, nietprut, kummelij] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
28900 |
persplank, strijkplank |
strijkbred:
štrīxbręt (Q121p Kerkrade)
|
Plank waarop men vorm in de stof of kleren perst. Men kent een grote en kleine persplank. In dit lemma duiden de benamingen op een model grote persplank: meestal ongeveer 50 cm breed en 1 m lang en daarbij 3 à 4 cm dik (Papenhuyzen III, pag. 7). De informant van Q 20 vermeldt dat de persplank een losse plank is om op de kleermakerstafel te leggen. De informant van L 416 merkt op dat de persplank voor grote stukken wordt gebruikt. [N 59, 19a; N 59, 18; N 59, 20; monogr.]
II-7
|
28899 |
perstafel, strijktafel |
strijkdis:
štrīxdøš (Q121p Kerkrade)
|
De tafel waarop men strijkt. Men gebruikt de perstafel om de grotere delen als pantalon of overjas op te persen. De perstafel moet gemaakt zijn van een houtsoort die niet splintert, trekt of scheurt. Houtsoorten die erg slecht vocht opnemen, zijn als perstafel ook ongeschikt (Gerritse, pag. 34). De informanten van L 330 en Q 32 strijken ook kragen op de perstafel, omdat zij daar geen apart kragenblok hebben. Zie ook het lemma ɛkragenblokɛ.' [N 59, 18; N 59, 19a; N 59, 19e; monogr.]
II-7
|
33566 |
perzik |
peets:
pieëtsj (Q121p Kerkrade),
pluche-pruim:
pluusj’proem (Q121p Kerkrade)
|
perzik
I-7
|
24856 |
perzikkruid |
reuts:
idiosyncr.
reutsj (Q121p Kerkrade)
|
Perzikkruid (polygonum persicaria 20 tot 90 cm hoog. De stengels hebben een vliezig kokertje (tuitje) boven de knopen, de stengels zijn behaard en vaak roodachtig; de bladeren zijn lancetvormig en meestal met een zwarte vlek; de bloemen groeien in dicht [N 92 (1982)]
III-4-3
|
18281 |
pet: algemeen |
kap:
kap (Q121p Kerkrade),
b.v. E Belsj kepke.
kap (Q121p Kerkrade)
|
pet, hoofddeksel met een klep [kips, patsj, klak, koetsj, paaj, flet, kap, klep, muts, luif] [N 25 (1964)] || pet, kap
III-1-3
|