e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
plooien plooien: plǫwǝ (Kerkrade) [N 62, 12b; N 62, 12a; L A2, 379; MW; monogr.] II-7
plooirok vouwenrok: vauwerok (Kerkrade) plooirok III-1-3
plooirug zadel: zadǝl (Kerkrade  [(Domaniale / Wilhelmina)]   [Domaniale]) Doordat de koollagen hun oorspronkelijke horizontale ligging hebben verloren, krijgen ze een bepaalde helling. Plooiingen van de laag waarbij de samenhang niet is verbroken, worden zadel en kom genoemd (MBK I pag. 20). Verloopt de plooiing naar boven, dan spreekt men van een zadel of plooirug. [N 95, 841; monogr.] II-5
plooitang falztang: falstsaŋ (Kerkrade) Tang met twee dwars op de tangbenen staande, brede, platte bekken waarmee metalen platen in een rechte lijn gebogen kunnen worden. Zie ook afb. 172a-b. De tang wordt vooral voor klein buigwerk gebruikt, bijvoorbeeld als men op karwei is. Vuylsteke (pag. 113) kent het woord plooitang ook voor een dubbele ijzeren staaf waartussen men metalen plaat kan buigen. Vgl. hiervoor ook afb. 172c-e. [N 33, 167; N 33, 170; N 64, 9] II-11
pluche pluche: plyš (Kerkrade) Zware, fluweelachtige, oorspronkelijk wollen, thans meestal katoenen of kunstzijden stof met lange pool (Van Dale, pag. 2200). [N 62, 98; N 62, 78; N 62, 90; N 59, 201; monogr.] II-7
plukken plukken: pløkən (Kerkrade) plukken [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
plukken, van fruit plukken: plø.kə (Kerkrade) I-7
plunderen rubern (du.): Van Dale (DN): räubern, jatten, roven.  räubere (Kerkrade) als buit meenemen [pluimen, plunderen] [N 90 (1982)] III-3-1
po, nachtspiegel kamerpot: kamərpoͅt (Kerkrade), nachtgeschier: nātjəšīr (Kerkrade) nachtspiegel III-2-1
poeder, pulver pulver: polver (Kerkrade) tot fijn gruis of zeer fijne koreltjes gemaakte vaste stof [peder, pulver, poeder, stof] [N 91 (1982)] III-4-4