24490 |
populier (alg.) |
popelaar:
-
popeleere (Q121p Kerkrade),
populier:
ideosyncr.
poppelier (Q121p Kerkrade)
|
De populier in het algemeen (populier, peppel, peppelboom). [N 82 (1981)] || populier (Populus) [DC 69 (1994)]
III-4-3
|
30121 |
porringpunt |
straalpunt:
štrǫalpøŋkt (Q121p Kerkrade)
|
Het middelpunt van de cirkel waarvan een te metselen boog een segment is. In het 'porringpunt' wordt de porringdraad vastgehecht. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Porringdraad'. [N 32, 17e; monogr.]
II-9
|
19849 |
porselein |
porselein:
pǫšǝlaj (Q121p Kerkrade)
|
Verzamelnaam voor ceramische produkten die gebakken zijn uit porseleinaarde waar zekere bijvoegsels door zijn gemengd. Porselein kenmerkt zich door het feit dat het in tegenstelling tot bijvoorbeeld gleiswerk, fijn, wit en halfdoorschijnend is en een ongekleurd, sterk glimmend glazuur vertoont. [Wi 53; L 35, 78; N 20, 5; monogr.]
II-8
|
21482 |
portefeuille |
portefeuille (fr.):
Karte 74.
porte(-)feuille (Q121p Kerkrade)
|
Brieftasche
III-3-1
|
21481 |
portemonnee, beurs |
portemonnee (<fr.):
potmanee (Q121p Kerkrade),
potmannee (Q121p Kerkrade),
ənə poͅtməne (Q121p Kerkrade)
|
de kleine, platte, meestal leren, dubbele tas met vakjes, waarin mannen hun bankbiljetten, identiteitsbewijs enz. bij zich dragen [kamtas, portefoelie] [N 89 (1982)] || een beurs [ZND A1 (1940sq)] || portemonnaie
III-3-1
|
27681 |
portier |
portier:
portier (Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Julia]),
pǫrtēr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Maurits])
|
De portier bewaakt dag en nacht de toegang tot de mijn. [N 95, 124; monogr.]
II-5
|
27682 |
portiersloge |
portiersboede:
pǫrtērsbūt (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Wilhelmina]),
portierskantoor:
pǫrtērskantuǝr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
pǫrtīrskantuǝr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
portiersloge:
pǫrtiǝrsl˙ōžǝ (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Maurits])
|
De ruimte waar de portier zich bevindt. Uit de woordtypen "penningcontrole", "penningenboede" en "markenboede" blijkt dat de portier ook soms de dienstpenningen uitgaf. [N 95, 4]
II-5
|
22807 |
portret, foto |
portret (<fr.):
portret (Q121p Kerkrade)
|
Portret.
III-3-2
|
21203 |
postbode |
briefdrager:
Briefträger (Q121p Kerkrade),
brievendrager:
brivvedreëjer (Q121p Kerkrade),
brivədrɛjər (Q121p Kerkrade)
|
de persoon die de post bezorgt [bode, postbode, fak, fakteur, briefdrager, postknecht, postloper, post] [N 90 (1982)] || postbode [RND]
III-3-1
|
21207 |
postzegel |
freimarke (du.):
vreimark (Q121p Kerkrade)
|
het rechthoekige gekleurd stukje papier dat men op brieven etc. plakt om daarmee de port te betalen [postzegel, kopje, tember, zegel] [N 90 (1982)]
III-3-1
|