e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
prop prop: prop (Kerkrade) een bal van samendrukbaar materiaal, bijv. papier [dompel, bol, prop] [N 91 (1982)] III-3-1
proppenschieter knalbuks: knalbuks (Kerkrade), knapbus: knabèùs (Kerkrade), proppenschieter: proppesjeeter (Kerkrade) Klakkebus (speelgoed gemaakt van vlierehout om proppen mee weg te schieten) [knaptoet, kraaktuut, proppesjeeter, klambös]. [N 06 (1960)] III-3-2
propschoten propschoten: prǫpšø̜̄s (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), uitblazeren: ūsblø̄ǝzǝrǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]) Schoten die de prop wegschieten, maar die wat het gesteente betreft zonder uitwerking blijven. [N 95, 441; monogr.; Vwo 404] II-5
prostituée hoer: hoeër (Kerkrade) prostituée, publieke vrouw [hoer, lichtvink, deerne, blaar] [N 86 (1981)] III-2-2
provisiekast broodschap: brūətšāf (Kerkrade), keukendis: køxədøš (Kerkrade) broodkast, gedeelte van de keuken waarin het brood bewaard werd || keukentafel III-2-1
provisiekast, etenskast vliegenschap: vleͅi̯əšāf (Kerkrade) vliegenkast III-2-1
pruik pruik: prük (Kerkrade) kunstmatig vervaardigde haarbedekking, valse haardos [kalot, pruik] [N 86 (1981)] III-1-3
pruilmond protsmuil: proetsmoel (Kerkrade) een mond die men trekt als men pruilt [zie vr.199] [pruilmond, troesmond] [N 85 (1981)] III-1-4
pruim bakpruim: bak’proem (Kerkrade), eierpruim: ai’erproem (Kerkrade), pruim: proem (Kerkrade), reine claude (fr.): reine claude  ringelot’te (Kerkrade) bakpruim || eierpruim || pruim || pruim, soort I-7
pruimen sjieken: sjiekke (Kerkrade), sjiekə (Kerkrade), sjiek’ke (Kerkrade) pruimen || pruimen; Hoe noemt U: Tabak kauwen (pruimen, sikken, sjikken) [N 80 (1980)] III-2-3