e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ravotten rammelen: rammele, ziech (Kerkrade), ringelen: riengele (Kerkrade), rulsen: Jonge - ziech jeer.  rultse (Kerkrade) Stoeien. || Voor de grap met elkaar worstelen, ravotten, gezegd van kinderen [riepen, riepzakken, raggen, balkuinen, stoeien]. [N 88 (1982)] III-3-2
razen en tieren sakramenten: tsakramente (Kerkrade) luidruchtig uiting geven aan woede [razen, tieren, tekeergaan, tobben] [N 85 (1981)] III-1-4
razend van woede brul: Wat waor deë keël brul  brul (Kerkrade), heet van woede: hees va woed (Kerkrade), woest: wus (Kerkrade) razend van woede, zeer woedend [dol, dul] [N 85 (1981)] || woedend || woest, kwaad III-1-4
recht vooruitstoten met de armen de slagbomen uitstrekken: de slāchboum oestrekken (Kerkrade), stoten: sjtoase (Kerkrade), van zich afstoten: van zich aaf sjtoeësse (Kerkrade) stoten: met de armen recht vooruit stoten [stuike] [N 10 (1961)] III-1-2
rechte, vormeloze benen snakke benen: WNT: snak [...]  sjnakke bēē (Kerkrade), stelten: lange benen  sjteelse (Kerkrade), stokken: sjtekke (Kerkrade), magere benen  sjtékke (Kerkrade), zwavelstokken: schwejelstäke (Kerkrade) benen: rechte, vormloze benen [mok-, motbeene] [N 10 (1961)] III-1-1
rechten richten: rextǝ (Kerkrade) Het oprichten van de uit de vormen plat neergelegde stenen, nadat ze enige tijd gedroogd hadden. In Q 121 werden de stenen in rijen van twee in banen geplaatst. Men zei dan de stenen twee aan twee (tswaj ā tswaj) stonden. Het rechten was in P 47 niet gebruikelijk. [N 98, 99; monogr.] II-8
rechterkant van het paard vademekant: vādǝmǝkaŋk (Kerkrade), vallemekant: valǝmǝkaŋk (Kerkrade), vannemekant: vanǝmǝkaŋk (Kerkrade) Tegenovergestelde kant van de plaats waar de voerman gaat. [N 8, 9 en 10] I-9
rechtop graad (du. grade): jraad (Kerkrade), oprecht: ópreët (Kerkrade), rechtop: reët óp (Kerkrade), reëtóp⁄ (Kerkrade), snak: sjnak (Kerkrade) rechtop || rechtopstaand, recht omhoog staand [fiks] [N 91 (1982)] III-4-4
rechtse boor rechtse boor: ręǝtsǝ bōr (Kerkrade) Boorijzer waarbij de borende werking optreedt wanneer het rechtsom gedraaid wordt. [N 33, 158b] II-11
rechtstaande oren flaporen: flapoere (Kerkrade), lapsoren: lapsjoêre (Kerkrade) oor: rechtstaande oren [fikoorkes] [N 10 (1961)] III-1-1