e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rekening rechnung (du.): rechnóng (Kerkrade) rekening III-3-1
remhelling gezenk: jǝzɛŋk (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), prem: pręm (Kerkrade  [(Domaniale)]  ), prɛm (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), remhelling: remhelling (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Een in de helling-richting gedreven verbinding van de grondgalerij naar een hogere verdieping, of als dit te ver werd naar een deelgalerij. De remhelling was enkel- of dubbelsporig en aan de kop voorzien van een horizontaal geplaatste kabelschijf met rem of van een verticaal geplaatste dubbele trommel met onderscheidene diameters. Al naar gelang de uitvoering kon een mijnwagen aan elk van de twee uiteinden van de over deze schijf of trommel lopende kabel gekoppeld worden of op één of meer aan de kabel bevestigde onderstellen worden geplaatst. Dit systeem van vervoer werd rond 1930 vervangen door schudgoten en transportbanden. [N 95, 684; monogr.; N 95, 517] II-5
remhout praam: prām (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), praamhout: prāmhōts (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), remhout: ręmhōts (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]) Stuk hout dat onder de wielen van mijnwagentjes wordt gelegd om deze tot stilstand te brengen. [monogr.; Vwo 761] II-5
remijzer rempin: ręmpen (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) IJzeren staaf met handbescherming die men in de wielen van mijnwagentjes steekt om deze te doen remmen. [monogr.; Vwo 703] II-5
reminstallatie van een remhelling bokprem: bokprɛm (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), rem: rɛm (Kerkrade  [(Domaniale / Wilhelmina)]   [Domaniale]) De op een verplaatsbaar onderstel geplaatste reminstallatie van remhellingen. [N 95, 688; monogr.] II-5
remschijf kettenschijf: kɛtǝšīf (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), kettingschijf: kɛteŋšīf (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Julia]) De schotelvormige schijf van de remschijftransporteur die zorgt voor het afremmen van de kolen of stenen. [N 95, 662] II-5
remschijfketting transportketten: transpǫrtkɛtǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), transportketting: transportketting (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Maurits]) De transportketting van een remschijftransporteur. [N 95, 663] II-5
remschijftransporteur jojo: jōjō (Kerkrade  [(Domaniale / Wilhelmina)]   [Domaniale]), kandeltoer: kandǝltūr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), remschijftransporteur: remschijftransporteur (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Maurits]), rɛmšīftranspǫrtø̄r (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), stauförderer: štawfø̜rdǝrǝr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), stouwvorderer: štawvø̄ǝdǝrǝr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), štawvø̜̄dǝrǝr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]) Een soort remmende transporteur voorzien van een ketting met schijven voor het vervoer van kolen in steile en halfsteile lagen van boven naar beneden. De ketting beweegt door halfronde of hoekvormige goten naar beneden en remt door middel van schijven het te vervoeren materiaal. Een invuller uit Q 121 schrijft over de opgave "kandeltoer" dat dit op de Domaniale mijn halfronde platen waren van ongeveer 2 meter met aan de zijkant een ronde buis van 15 cm doorsnee waardoor de stuwketting naar boven werd getrokken. [N 95, 615; N 95, 661; monogr.] II-5
remschoen remschoen: ręmšǫŋ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) IJzeren werktuig dat op de spoorstaaf wordt gelegd en op deze wijze mijnwagens afremt. [monogr.] II-5
rente cijnzen: vgl. Du. Zins (meestel mv.).  tsenze (Kerkrade) Rente [intrest?] [N 21 (1963)] III-3-1