28078 |
roven |
(stempels) deruit rijten:
drūs rīsǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Eisden]),
de ouwe roven:
dǝr awǝ rōvǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Winterslag, Waterschei]),
roven:
rōvǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Julia])
|
De ondersteuningen wegnemen uit het ontkoolde pand. Met de term "snoeien" duidt men volgens de invullers uit Q 15 en Q 113 op respectievelijk de mijnen Maurits en de Emma het geheel of gedeeltelijk doorsteken van houten stijlen aan. [N 95, 568; N 95, 544; N 95, 571; N 95, 355; monogr.]
II-5
|
28080 |
rover |
rover:
rover (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Emma, Maurits]),
rø̄vǝr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale])
|
Mijnwerker die de ondersteuningen uit het ontkoolde pand verwijdert. Men noemt ze "rovers" omdat ze de stutten wegnemen of roven alhoewel ze hun "buit" in het pand nevens de transportinstallaties achterlaten ter beschikking van de houwers van de volgende ploeg. De benaming "mannetjesklopper" halen ze uit het feit dat ze de spie van de metalen schuifstempels - waarin men met wat verbeelding het silhouet van een ijzeren "mannetje" kan vinden - met een lange hamer uit haar slot kloppen, waardoor de stempel ineenschuift (Defoin pag. 101). [N 95, 569; monogr.; Vwo 269; Vwo 385; Vwo 390; Vwo 500; Vwo 672; Vwo 719]
II-5
|
21330 |
royaal |
vlot:
flot (Q121p Kerkrade)
|
royaal [DC 02 (1932)]
III-3-1
|
25041 |
roze (kleur) |
roza:
roz⁄za (Q121p Kerkrade),
ro⁄za (Q121p Kerkrade)
|
roze (kleur)
III-4-4
|
20089 |
rozenblad |
rozenblad:
roeë’zeblad (Q121p Kerkrade)
|
rozeblad
III-2-1
|
24524 |
rozenbottel |
bottel:
bót’tel (Q121p Kerkrade)
|
rozebottel
III-4-3
|
23721 |
rozenhoedje |
rozenkrans:
roeëzekrans beëne (Q121p Kerkrade)
|
Een Rozenhoedje (waarbij men 1 maal het bidsnoer langs gaat). [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23716 |
rozenkrans |
rozenkrans:
roeëzekrans (Q121p Kerkrade)
|
De rozenkrans, het bidsnoer [bid-vr-ons?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23730 |
rozenkransmaand |
rozenkransmaand:
roeëzekransmond (Q121p Kerkrade)
|
De Rozenkransmaand (d.w.z. oktober). [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20846 |
rozijn |
rozijn:
rozieng’ (Q121p Kerkrade),
ideosyncr.
roziene (Q121p Kerkrade)
|
Een gedroogde druif (rozijn, serzijn). [N 82 (1981)] || rozijn
III-2-3
|