e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rozijnenbrood rozijnenweg: reziene weck (Kerkrade), rozienge wek (Kerkrade), roziengewek (Kerkrade), rozieng’ewek (Kerkrade) brood, waarin rozijnen gebakken worden [N 29 (1967)] || rozijnenbrood III-2-3
rubber transportband band: bant (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Winterslag, Waterschei]), gummi: jumi (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), gummiband: jumibant (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]) Transportband, vervaardigd uit rubber. [N 95, 644; monogr.] II-5
ruche ruche: ryš (Kerkrade), ruchetje: ryšjǝ (Kerkrade) Geplooid (kanten) oplegsel aan dameskleren of een geplooide gerimpelde of klokkend geknipte reep stof. Er zijn twee soorten ruches, rechte en ronde, die verschillend worden geknipt. Zie afb. 47. [N 62, 42a; MW; monogr.] II-7
rug rug: ruk (Kerkrade), rùk (Kerkrade) rug [DC 01 (1931)] III-1-1
ruggengraat rozenkrans: roezekraans (Kerkrade), ruggengraat: ruggegraat (Kerkrade), ruggenstrang: ruggesjtrank (Kerkrade), rugstrang: dr ruksjtrank (Kerkrade) rug: ruggegraat [ruggestrang, ruggegraat] [N 10 (1961)] III-1-1
ruggenwervel rugwervel: rukwérvel (Kerkrade), wervel: eng wirvel (Kerkrade), enne wirvel (Kerkrade) [N 10 (1961)] III-1-1
rui moet: moet (Kerkrade) veer: elk der huidbekleedsels van een vogel bestaande uit een buisje dat aan weerszijden baarden en baardjes draagt (pluim, veer) [N 100 (1997)] III-4-1
ruige mest jonge mest: joŋǝ [mest] (Kerkrade) Ruige mest is mest die pas uit de stal is gekomen en daarom nog onverteerd stro bevat. Deze mest vormt aanvankelijk de boven- of buitenlaag van de mesthoop, die o.i.v. zon en wind gemakkelijk verdroogt. Hij heeft daarom ook (nog) niet de kwaliteit van de in het vorige lemma bedoelde mest, die langer en dieper in de mesthoop heeft gezeten. De plaatselijke varianten van [mest [N M, 10b; N 11, 27 add.; N 11A, 4b; JG 1a + 1b add.; div.] I-1
ruiken ruiken: rüche (Kerkrade) ruiken III-1-1
ruilen tuisen: toe⁄sje (Kerkrade), vertuisen: vertoe⁄sje (Kerkrade) ruilen III-4-4