20851 |
rozijnenbrood |
rozijnenweg:
reziene weck (Q121p Kerkrade),
rozienge wek (Q121p Kerkrade),
roziengewek (Q121p Kerkrade),
rozieng’ewek (Q121p Kerkrade)
|
brood, waarin rozijnen gebakken worden [N 29 (1967)] || rozijnenbrood
III-2-3
|
28372 |
rubber transportband |
band:
bant (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Winterslag, Waterschei]),
gummi:
jumi (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
gummiband:
jumibant (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale])
|
Transportband, vervaardigd uit rubber. [N 95, 644; monogr.]
II-5
|
29017 |
ruche |
ruche:
ryš (Q121p Kerkrade),
ruchetje:
ryšjǝ (Q121p Kerkrade)
|
Geplooid (kanten) oplegsel aan dameskleren of een geplooide gerimpelde of klokkend geknipte reep stof. Er zijn twee soorten ruches, rechte en ronde, die verschillend worden geknipt. Zie afb. 47. [N 62, 42a; MW; monogr.]
II-7
|
17767 |
rug |
rug:
ruk (Q121p Kerkrade),
rùk (Q121p Kerkrade)
|
rug [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
17640 |
ruggengraat |
rozenkrans:
roezekraans (Q121p Kerkrade),
ruggengraat:
ruggegraat (Q121p Kerkrade),
ruggenstrang:
ruggesjtrank (Q121p Kerkrade),
rugstrang:
dr ruksjtrank (Q121p Kerkrade)
|
rug: ruggegraat [ruggestrang, ruggegraat] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17641 |
ruggenwervel |
rugwervel:
rukwérvel (Q121p Kerkrade),
wervel:
eng wirvel (Q121p Kerkrade),
enne wirvel (Q121p Kerkrade)
|
[N 10 (1961)]
III-1-1
|
24240 |
rui |
moet:
moet (Q121p Kerkrade)
|
veer: elk der huidbekleedsels van een vogel bestaande uit een buisje dat aan weerszijden baarden en baardjes draagt (pluim, veer) [N 100 (1997)]
III-4-1
|
32578 |
ruige mest |
jonge mest:
joŋǝ [mest] (Q121p Kerkrade)
|
Ruige mest is mest die pas uit de stal is gekomen en daarom nog onverteerd stro bevat. Deze mest vormt aanvankelijk de boven- of buitenlaag van de mesthoop, die o.i.v. zon en wind gemakkelijk verdroogt. Hij heeft daarom ook (nog) niet de kwaliteit van de in het vorige lemma bedoelde mest, die langer en dieper in de mesthoop heeft gezeten. De plaatselijke varianten van [mest [N M, 10b; N 11, 27 add.; N 11A, 4b; JG 1a + 1b add.; div.]
I-1
|
17737 |
ruiken |
ruiken:
rüche (Q121p Kerkrade)
|
ruiken
III-1-1
|
25085 |
ruilen |
tuisen:
toe⁄sje (Q121p Kerkrade),
vertuisen:
vertoe⁄sje (Q121p Kerkrade)
|
ruilen
III-4-4
|