23425 |
sacramentshuisje |
zijtabernakel:
zietabernakel (Q121p Kerkrade)
|
Het sacramentshuisje, een vrijstaande of in de muur uitgespaarde kast waarin de geconsacreerde Hosties bewaard worden. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23288 |
sacramentsprocessie |
grote bronk:
jroeëse brónk (Q121p Kerkrade)
|
De processie die op Sacramentsdag wordt gehouden: Sacramentsprocessie, grote processie. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23321 |
sacristie |
sacristie:
sakristei (Q121p Kerkrade)
|
Het tegen de kerk aangebouwde vertrek of gebouwtje, waar de priester en de dienaren zich voor de dienst gereedmaken [gerfkamer, sakristij, sacristie?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
24372 |
salamander |
salamander:
salemander (Q121p Kerkrade),
viervoetje:
veer’vus-je (Q121p Kerkrade)
|
salamander [DC 07 (1939)]
III-4-2
|
31519 |
salmiaksteen |
salmiaksteen:
salmijakštē (Q121p Kerkrade)
|
Het blok salmiak waarlangs men vroeger de koperen bout streek, alvorens er soldeersel op aan te brengen. Salmiak of ammoniumchloride is een kleurloos zout, gevormd uit ammonia en zoutzuur. Het kan ook worden gebruikt om vuile soldeerbouten te reinigen. In Q 121 werd de soldeerbout schoongemaakt door hem even in afgelaten soldeerwater te houden. Dit was gemaakt uit zoutzuur waarin een stukje zink was opgelost. In L 321 werd met een kaars langs de soldeerbout gestreken, voordat het soldeersel erop werd aangebracht. [N 33, 201; N 64, 27d]
II-11
|
21571 |
salueren |
groeten:
jrusse (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade),
jrusse ? (Q121p Kerkrade),
sta stijf:
Duits still gestanden ?
sjtenk stief ? (Q121p Kerkrade)
|
groeten van soldaten (salueren) [N 102 (1998)]
III-3-1
|
21332 |
samenspannen |
heulen:
häule (Q121p Kerkrade)
|
samenspannen met iemand [heulen, houden] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18294 |
sandaal |
galoche (fr.):
Zie ook afb. p. 142.
kallosj (Q121p Kerkrade),
sandaal:
zandaal (Q121p Kerkrade)
|
leren sandaal met houten zool || sandaal [N 24 (1964)]
III-1-3
|
24682 |
sap in planten |
sap:
ideosyncr.
zaf (Q121p Kerkrade)
|
Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
33584 |
sap van een vrucht |
saft:
ideosyncr.
zaf (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade)
|
Het sap van een vrucht (sap, tocht). [N 82 (1981)] || Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)]
I-7
|