e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schilmes, aardappelmesje aardappelmetsje: eəpəlsmɛtsjə (Kerkrade), schilmets: šɛlmɛts (Kerkrade) aardappelmesje || schilmes III-2-1
schilmesje, aardappelmesje aardappelsmetsje: eâppelsmetsje (Kerkrade) mes waarmee aardappelen worden geschild [N 20 (zj)] III-2-1
schimmel schimmel: šømǝl (Kerkrade) Paard met een geheel of overheersend witte of grijsachtige vacht. Naarmate de leeftijd vordert, neemt het wit toe; schimmels worden niet geboren, ze ontstaan mettertijd. De vosschimmel is wit met rode of bruinachtige vlekken. [JG 1a, 1b; N 8, 63a en 63b; S 31] I-9
schimmel (plantje) schimmel: sjum’mel (Kerkrade) schimmel III-4-3
schimpen grotsen: vgl. Kerkrade Wb. (pag. 128): jrotse, 1. mopperen; -2. zwaar ophoesten.  jrotse (Kerkrade) op onwaardige wijze kritiek uitspreken [schimpen, spijkeren] [N 85 (1981)] III-3-1
schip schip: šif (Kerkrade), ə šip, tswai šifə (Kerkrade) een schip, twee schepen [ZND A2 (1940sq)] || schip [RND] III-3-1
schipper schipper: šifər (Kerkrade) schipper [RND] III-3-1
schipperen schaffen: sjaffe (Kerkrade) naar omstandigheden handelen, niet aan zijn beginsels vasthouden, maar alles rustig in het werk stellen om een oplossing te vinden [busselen, schipperen] [N 85 (1981)] III-1-4
schoen: algemeen schoen: schong (Kerkrade), sjong (Kerkrade, ... ) schoen || schoen [skoewn, schoe, sjoe, schoon, sjoon] [N 24 (1964)] III-1-3
schoen: spotnamen kistje: kesjer (Kerkrade), schuit: schuutjer (Kerkrade), zerkje: [zerkjes?, zerk + -sje <verkl.> + -(e)r <mv.>] vgl. kistjes; (Heerlen Wb.: kis, 2. zerk).  zerksjer (Kerkrade) schoen: spotbenamingen [N 24 (1964)] III-1-3