e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
snuisterij kitsch (du.): kietsj (Kerkrade) een klein sieraad, een aardig prulletje van geringe waarde [snuisterij, snuiselderij] [N 89 (1982)] III-3-1
snuit muil: mul (Kerkrade), snuits: ideosyncr.  sjnüts (Kerkrade), varkensnaas: vɛrkǝnsnās (Kerkrade) [N 19, 25; N 76, 11; L 7, 8; JG 1a]Hoe noemt u het vooruitstekende deel van het aangezicht van dieren (snuit, snoefel) [N 83 (1981)] I-12, III-4-2
snurken snurken: sjnorke (Kerkrade, ... ), snörke (Kerkrade) snurken [snorke, ronke] [N 10 (1961)] III-1-2
sober einfach (du.): einfach (Kerkrade) afkerig van overdaad of overmaat [sefiel, sober] [N 85 (1981)] III-1-4
soda borax: boͅraks (Kerkrade) de witte stof, die door kruideniers en drogisten wordt verkocht in poedervorm en die gebruikt wordt om de was uit te koken, om hard water zacht te maken en in een bad waarvan men b.v. een zwerende vinger onderdompelt? (soda) [DC 15 (1947)] III-2-1
soep herz-jesu-soepje: herts-je’zoe-tsüpje (Kerkrade), soep: tsoep (Kerkrade), Syst. WBD  tsoep (Kerkrade), Verklw. tsüpje of tsüpsje  tsoep (Kerkrade) dun soepje || soep || Soep, heel in het algemeen [N 16 (1962)] III-2-3
soep van ingewanden vleesbroei: vleesj-bruij (Kerkrade) Soep van ingewanden, hart, nieren e.d. (tripsoep?) [N 16 (1962)] III-2-3
soepgroente soepengroens: tsoep’ejreuns (Kerkrade), tsoep’pejreuns (Kerkrade) soepgroente || soepgroenten I-7, III-2-3
soepketel, waterketel soepenketel: tsupəkɛsəl (Kerkrade) soeppan III-2-1
soepketeltje miet: miet (Kerkrade) keteltje van blik waarin men melk, soep e.d. naar de arbeiders in het veld brengt (perdons) [N 20 (zj)] III-2-1