e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stokvis stokvis: sjtokvisj (Kerkrade), sjtok’visj (Kerkrade) bolling; Hoe noemt U: Gezouten en gedroogde vis (bolling) [N 80 (1980)] || stokvis III-2-3
stola pelssjaal: pelsjal (Kerkrade), stola (lat.): sjtola (Kerkrade) De stola, de stool. [N 96B (1989)] || stola, lange brede damessjaal van dunne stof of van bont [N 23 (1964)] III-1-3, III-3-3
stolp kaasklok: kiəskloͅk (Kerkrade), kaasstolp: kieëstolp (Kerkrade) kaasstolp [N 20 (zj)] III-2-1
stolp over een heiligenbeeld stolp: sjtólp (Kerkrade) Een stolp of stulp, een klokvormig glas over een kruis- of heiligenbeeld. [N 96B (1989)] III-3-3
stomdronken granatenvol: deë koam werm ins jrana¯tevol noa heem  jrana’tevol (Kerkrade) stom dronken III-2-3
stompe eind van een ei hinderste: hingeste (Kerkrade), vot: Sub ai: Aier tietsje: sjpits óp sjpits en vót óp vót.  vót (Kerkrade) [Het stompe eind van het ei]. || Het stompe eind van het ei bij het eieren tikken. [N 88 (1982)] III-3-2
stomverbaasd nu gaat mich de pijp uit: noe jeet miech de pief oes (Kerkrade) zeer verbaasd [verpaft] [N 85 (1981)] III-1-4
stoofvlees, zuurvlees zuurvlees: zoer vleesj (Kerkrade), zoer’vleesj (Kerkrade), Syst. WBD  zōêrvleejsj (Kerkrade) Gemarineerd rundvlees, bereid met azijn, olie en kruiden (bufflamood, zoerbrèùtje?) [N 16 (1962)] || zuurvlees III-2-3
stookplaats stookhuis: štǭxǝs (Kerkrade) Het stookhuis is volgens de informant van Q 35 de ruimte naast de oven waar de kolen opgeslagen worden. [N 29, 105e] II-1
stoomapparaat stoomapparaat: štōmapǝrāt (Kerkrade) Toestel waarmee vastzittende behanglagen kunnen worden losgestoomd. Het bestaat uit een met water gevulde bak die verwarmd kan worden. De verhitte stoom stroomt vervolgens via een slang naar een mondstuk. Met behulp van dit onderdeel kan de stoom op het behang verspreid worden. [N 67, 94a] II-9