e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

Gevonden: 6483
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bladzijde blad: blad (Kerkrade) ieder van de beide zijden van een blad in een boek, tijdschrift etc. [teun, pagina, bladzijde] [N 87 (1981)] III-3-1
bladzilver bladzilver: blat˲zelvǝr (Kerkrade) Tot zeer dunne bladen geperst zilver. [N 67, 11d] II-9
blaffen bletsen: ideosyncr.  bledsje (Kerkrade) Hoe noemt u het gewone stemgeluid van een hond (blaffen, bassen, bletsen, basten) [N 83 (1981)] III-2-1
blasiuszegen blasiuszegen: Blazius zeëje (Kerkrade) De Blasiuszegen waarbij de priester twee kaarsen kruiselings vasthoudt. [N 96C (1989)] III-3-3
blaten meken: mē̜kǝ (Kerkrade) Geluid voortbrengen, gezegd van een schaap. [N 19, 76a; S 52, add.; Vld.; monogr.] I-12
blauw oog blauw oog: è fliddig bloa oaw (Kerkrade) Als iemand een klap op zijn oog heeft gehad, is zijn oog verkleurd. Hoe noemt u zon oog? [DC 52 (1977)] III-1-2
blauw slachten slecht afgedaan: šlɛxt ǭfgǝdon (Kerkrade), slecht uitgeslacht: slēxt utgǝslaxt (Kerkrade) Als de huid van het rund niet zorgvuldig wordt losgesneden, blijft er soms vet aan vastzitten, waardoor de blauwachtig gekleurde bovenlaag van het vlees dat op het rund blijft kleven, bloot komt te liggen. Omdat gevraagd was naar een uitdrukking voor dit "blauw slachten", komen er verschillende grammaticale categorieën voor in dit lemma. [N 28, 54] II-1
blauwe bosbes morbel: -  morbel (Kerkrade, ... ), wolber: wolleber (Kerkrade), wol’ber (Kerkrade), Waldbeere  woͅ‧lb.ər (Kerkrade), wolbermei (takje): wol’ber(e)mai (coll.) (Kerkrade) blauwe bosbes [DC 13 (1945)] || bosbes || bosbes, alg. [Roukens 03 (1937)] || bosbessentakje III-4-3
blauwe reiger, reiger reiger: reijer (Kerkrade) reiger (91 bekende vogel; grijs; hangkuif, donkere borstveren; algemeen langs het water; broedt in enkele kolonies in hoge bomen [N 09 (1961)] III-4-1
blauwe vleesvlieg, bromvlieg bromvlieg: bromvlei (Kerkrade), dikke vlieg: dikke vlei (Kerkrade), ideosyncr.  dikkevlei (Kerkrade), strontvlieg: stròŋtvlei (Kerkrade), vleesvlieg: vleesj’vlei (Kerkrade) bromvlieg (legt eieren in geslacht vlees) [DC 18 (1950)] || Hoe noemt u een grote, dikke vlieg, donkerblauw glanzend, die eieren legt in geslacht vlees (dal) [N 83 (1981)] || vleesvlieg, dikke aasvlieg III-4-2