21835 |
bladzijde |
blad:
blad (Q121p Kerkrade)
|
ieder van de beide zijden van een blad in een boek, tijdschrift etc. [teun, pagina, bladzijde] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
30586 |
bladzilver |
bladzilver:
blat˲zelvǝr (Q121p Kerkrade)
|
Tot zeer dunne bladen geperst zilver. [N 67, 11d]
II-9
|
19978 |
blaffen |
bletsen:
ideosyncr.
bledsje (Q121p Kerkrade)
|
Hoe noemt u het gewone stemgeluid van een hond (blaffen, bassen, bletsen, basten) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
23820 |
blasiuszegen |
blasiuszegen:
Blazius zeëje (Q121p Kerkrade)
|
De Blasiuszegen waarbij de priester twee kaarsen kruiselings vasthoudt. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
34405 |
blaten |
meken:
mē̜kǝ (Q121p Kerkrade)
|
Geluid voortbrengen, gezegd van een schaap. [N 19, 76a; S 52, add.; Vld.; monogr.]
I-12
|
18137 |
blauw oog |
blauw oog:
è fliddig bloa oaw (Q121p Kerkrade)
|
Als iemand een klap op zijn oog heeft gehad, is zijn oog verkleurd. Hoe noemt u zon oog? [DC 52 (1977)]
III-1-2
|
25398 |
blauw slachten |
slecht afgedaan:
šlɛxt ǭfgǝdon (Q121p Kerkrade),
slecht uitgeslacht:
slēxt utgǝslaxt (Q121p Kerkrade)
|
Als de huid van het rund niet zorgvuldig wordt losgesneden, blijft er soms vet aan vastzitten, waardoor de blauwachtig gekleurde bovenlaag van het vlees dat op het rund blijft kleven, bloot komt te liggen. Omdat gevraagd was naar een uitdrukking voor dit "blauw slachten", komen er verschillende grammaticale categorieën voor in dit lemma. [N 28, 54]
II-1
|
24473 |
blauwe bosbes |
morbel:
-
morbel (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade),
wolber:
wolleber (Q121p Kerkrade),
wol’ber (Q121p Kerkrade),
Waldbeere
woͅ‧lb.ər (Q121p Kerkrade),
wolbermei (takje):
wol’ber(e)mai (coll.) (Q121p Kerkrade)
|
blauwe bosbes [DC 13 (1945)] || bosbes || bosbes, alg. [Roukens 03 (1937)] || bosbessentakje
III-4-3
|
24122 |
blauwe reiger, reiger |
reiger:
reijer (Q121p Kerkrade)
|
reiger (91 bekende vogel; grijs; hangkuif, donkere borstveren; algemeen langs het water; broedt in enkele kolonies in hoge bomen [N 09 (1961)]
III-4-1
|
24390 |
blauwe vleesvlieg, bromvlieg |
bromvlieg:
bromvlei (Q121p Kerkrade),
dikke vlieg:
dikke vlei (Q121p Kerkrade),
ideosyncr.
dikkevlei (Q121p Kerkrade),
strontvlieg:
stròŋtvlei (Q121p Kerkrade),
vleesvlieg:
vleesj’vlei (Q121p Kerkrade)
|
bromvlieg (legt eieren in geslacht vlees) [DC 18 (1950)] || Hoe noemt u een grote, dikke vlieg, donkerblauw glanzend, die eieren legt in geslacht vlees (dal) [N 83 (1981)] || vleesvlieg, dikke aasvlieg
III-4-2
|