30141 |
strekkenlaag |
strekkenlaag:
štrɛkǝlǫax (Q121p Kerkrade),
streklaag:
štrɛklǫax (Q121p Kerkrade),
streksteen:
štrɛkštē (Q121p Kerkrade)
|
Laag in lengterichting liggende bakstenen. Zie ook het lemma 'Strek' in wld ii.8, pag. 75 en afb. 41. [N 31, 23a; monogr.]
II-9
|
27989 |
strekking |
het strijken:
ǝt štrixǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Domaniale])
|
Als de hellende koollaag het horizontale vlak, bijvoorbeeld de "verdieping", snijdt, kan men zich een snijlijn denken. Deze snijlijn loopt dus altijd horizontaal en ligt tegelijkertijd in de koollaag. Dit is de strekkingslijn of de strekking. [N 95, 519; N 95, 393; monogr.]
II-5
|
34263 |
stremsel |
stijf:
štīf (Q121p Kerkrade)
|
Het zuur dat bij de melk wordt gevoegd om het te laten stollen. [A 7, 26; N 3E (II]
I-11
|
18776 |
streng |
streng:
sjtreng (Q121p Kerkrade)
|
niet toegevend, weinig vrijheid veroorlovend, stipt oordelend volgens wet of voorschrift [strak, streng, hard] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25599 |
strepen maken op het deegbrood |
snijden:
šniǝ (Q121p Kerkrade)
|
Met een mes of iets dergelijks strepen trekken op het deegbrood. Zie afb. 21. [N 29, 43; monogr.]
II-1
|
19442 |
strijkijzer |
beugelijzer:
by(3)̄jəlīzər (Q121p Kerkrade),
strijkijzer:
štrīx˂īzər (Q121p Kerkrade)
|
strijkijzer
III-2-1
|
22085 |
stro |
struu:
stryǝ (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade),
štryǝ (Q121p Kerkrade)
|
Halmen van gedorst koren. De algemene benaming. Zie ook de toelichting bij paragraaf 6.4. [JG 1a, 1b, 2c; L 7, 60a; R [s], 6; S 36; Wi 4; monogr.; add. uit N 5, 102], [JG 1a, 1b, 2c; L 7, 60a; R [s], 6; S 36; Wi 4; monogr.; add. uit N 5, 83]
I-4
|
20088 |
strobloem |
strobloem:
sjtreuë blomme (Q121p Kerkrade),
sjtrüe’blom (Q121p Kerkrade)
|
strobloem || strobloemen
III-2-1
|
21093 |
stroef |
sleeuw:
sjlieë (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade),
šliə (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade),
sjlie tseng
sjlie (Q121p Kerkrade),
stuur:
Van Dale: III. stuur, (gew.) stuurs.
sjtoeër (Q121p Kerkrade)
|
niet gemakkelijk in de omgang, stroef [stoer, stuurs, zuur, strak, straf] [N 87 (1981)] || slee, stroef van tanden || stroef [DC 26 (1954)]
III-2-3, III-3-1
|
33856 |
strompelend lopen bij het aantrekken |
stachelen:
štaxǝlǝ (Q121p Kerkrade)
|
[N 8, 62k, 73, 79 en 80]
I-9
|