e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
veer balkanker: balǝk˱aŋkǝr (Kerkrade), fluisje: fluus-je (Kerkrade), pluim: plüm (Kerkrade), strekanker: štrɛk˱aŋkǝr (Kerkrade), veer: veer (Kerkrade, ... ), veertje: veersje (Kerkrade) Staaf ijzer die de verbinding vorm tussen enerzijds de buitenmuur met daarop de schieter en anderzijds de binnenmuur, vloer, gording etc. De veer is aan een uiteinde van een oog voorzien en aan de andere zijde plat uitgesmeed. De schieter wordt door het oogvormige uiteinde van de veer gestoken dat buiten de buitenmuur uitsteekt. Het plat uitgesmede gedeelte van de veer wordt met behulp van spijkers op de bovenkant van de balk of op het zijvlak ervan vastgezet. Zie ook afb. 72. [N 31, 38b; N 54, 124c; monogr.] || veer || veer, pen, pluim || veer: elk der huidbekleedsels van een vogel bestaande uit een buisje dat aan weerszijden baarden en baardjes draagt (pluim, veer) [N 83 (1981)] II-9, III-4-1
veerpasser steekpasser met schroef: štē̜xpasǝr met šruf (Kerkrade) In het algemeen een passer waarvan de benen door een stalen veer met elkaar verbonden zijn. Tussen beide benen, die recht of krom kunnen zijn uitgevoerd, is een stelschroef aangebracht. Er bestaan ook veerpassers waarbij beide benen met een veer en een scharnier met elkaar verbonden zijn. Zie ook de lemmata "steekpasser" en "krompasser" en afb. 81. [N 33, 252g; N 66, 1b] II-11
veerpont veerboot: veerboot (Kerkrade) het vaartuig dat dient om voertuigen, personen enz. over een rivier te voeren [pont, veer, pomp, overzet, overzetter, overlaat, vlot] [N 90 (1982)] III-3-1
veertigurengebed veertigstondenaandacht: 40sjtonde aandagt (Kerkrade), veertigstondengebed: 40 sjtonde gebed (Kerkrade) Het veertigurengebed: de drie dagen = veertig uur durende aanbidding van het uitgestelde Allerheiligste, gehouden b.v. tijdens de carnavalsdagen. [N 96B (1989)] III-3-3
veevoer verzamelen kruiden: kruu̯ǝ (Kerkrade), kruǝ (Kerkrade) Het plakken, trekken, steken of snijden van veevoer. Veevoer kan bestaan uit groenvoer, rapen, gras of gewassen als lupinen en serradella. Het verzamelen van veevoer kan dus bestaan uit verschillende handelingen. Object als "groenvoer", "konijnenvoer", "gras" e.a. zijn niet gedocumenteerd. Zie ook het lemma ''knollen uittrekken'' (2.2.6) in aflevering wld I.5. [N Q, 11c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 36, 65; monogr.] I-11
vegen, keren bezemen: bɛsəmə (Kerkrade), kwispelen: kwespələ (Kerkrade), vegen: veəjə (Kerkrade) bezemen || vegen III-2-1
veiligheidskleding kleder: klęjǝr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), veiligheidskleding: veiligheidskleding (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Maurits]), zekerungskleder: zexǝruŋsklęjǝr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Maurits]) Veiligheid is een sleutelwoord in de mijnen. Wilhelminaar men zich ook bevindt, bij alles wat men doet, bij alle voorwerpen die men in handen neemt, steeds moet men de veiligheid in acht nemen. Voor de aanvang van de dienst als men zich verkleed heeft, moet men nagaan of de kleding in orde is en of de nodige beschermingsmiddelen aanwezig zijn en of ze in goede staat verkeren. Het is verboden om ondergronds met ontbloot bovenlichaam te werken (MBK V pag.143). Goede kleding beschermt de mensen tegen de wisselende temperatuur. Loshangende en gescheurde kleding vergroot de kans op ongelukken. [N 95, 881] II-5
veiligheidslamp benzinlamp: bęnzīnlamp (Kerkrade  [(Domaniale / Wilhelmina)]   [Julia]), bɛnzīnlamp (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Julia]), davy-lamp: davy-lamp (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Laura, Julia]), traangrüle: troǝnjryl (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), veiligheidslamp: veiligheidslamp (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Maurits]), zekerheidslamp: zexǝrhētslamp (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), zekerungslamp: zexǝruŋslamp (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]) Benzinemijnlamp, werd vroeger gebruikt voor de verlichting ondergronds. Tegenwoordig dient hij om te controleren of er mijngas op het werkpunt aanwezig is. De benzinelamp berust op de ontdekking van de Engelse natuurkundige Davy. Deze stelde vast, dat een gasvlam niet door een stuk fijn gaas sloeg, wanneer hij dit gaas boven de vlam hield; zelfs niet wanneer er mijngas boven dit gaas aanwezig was. Een benzinelamp kan dus tijdelijk in een mengsel van lucht en mijngas branden, zonder dat dit mengsel ontstoken wordt (Handb. H. pag. 17). Op de mijn Maurits maakten volgens de invuller uit Q 15 de schiethouwer en de meesterhouwer gebruik van de veiligheidslamp, terwijl de dienstdoende opzichter in het bezit was van een koperen veiligheidslamp (zie het lemma Koperen Mijnlamp). [N 95, 242; N 95, 263; monogr.; Vwo 112; Vwo 717] II-5
veiligheidspal van de stijlentrekker veiligheidspal: veiligheidspal (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Julia]), zekerheidspal: zexǝrhētspal (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), zekerung: zexǝruŋ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]) De veiligheidspal verhindert dat het huis kan terugschieten wanneer met de stijlentrekker gewerkt wordt. [N 95, 594] II-5
veiligheidsspringstof nobelit: nōbǝlit (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Winterslag, Waterschei]), wetterspringstof: wɛtǝršpreŋštǫf (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), zekerheidsspringstof: zexǝrhētsšpręŋštǫf (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]) Springstof waarvan, in tegenstelling tot bijvoorbeeld dynamiet, de ontploffingstemperatuur zo laag is dat eventueel plotseling ontsnappend mijngas daardoor niet ontstoken kan worden. Wat betreft het woordtype "s.g.p." (L 417, Q 3), afkorting van Sécurité, Grisou, Poussières, deze term wordt gebruikt voor een soort springstof die met name in de buurt van koollagen wordt toegepast (Defoin pag. 138). [N 95, 417; N 95, 419; monogr.] II-5