e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ventileren bewetteren: bǝwɛtǝrǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale, Willem-Sophia, Oranje-Nassau II, Emma, Maurits]) De ondergrondse werken voorzien van verse lucht. [monogr.] II-5
veranderen ndern (du.): endere (Kerkrade), sich ndern (du.): en⁄dere, ziech (Kerkrade) anders maken [anderen, veranderen] [N 91 (1982)] || anders worden III-4-4
verband verband: dǝr vǝrbaŋk (Kerkrade) De wijze waarop men bij het metselen van muren de stenen op en naast elkaar plaatst. [monogr.] II-9
verbandkamer verbandboede: vǝrba.ntb˙ūt (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Laura, Julia]), verbandpost: vǝrbaŋkpǫs (Kerkrade  [(Domaniale / Wilhelmina)]   [Domaniale]), verbandsboede: vǝrbantsbūt (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Julia]), vǝrbaŋksbūt (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]) Ruimte bovengronds waar onder leiding van een bedrijfs- of mijnarts verwondingen behandeld kunnen worden. [N 95, 26; N 95, 951; N 95, 952; monogr.] II-5
verbandmeester verbandmeester: verbandmeester (Kerkrade  [(Wilhelmina / Domaniale)]   [Willem-Sophia]), vǝrbaŋkmēstǝr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), verbandsmeester: vǝrbantsmēstǝr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Julia]), vǝrbaŋksmēstǝr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) De verbandmeester verbond de wonden die de mijnwerkers hadden opgelopen. Hij deed dit werk onder leiding van de mijnarts. [N 95, 161; N 95, 951] II-5
verbeuzelen lamenteren (<fr.): Van Dale: lamenteren (&lt;Fr.), weeklagen, jammeren, kermen.  lamentere (Kerkrade) zijn tijd met praten verbeuzelen [lameren] [N 87 (1981)] III-3-1
verbinden van een wonde verbinden: verbinge (Kerkrade) verbinden: Een wond verbinden (banden, verbinden, zwachtelen). [N 84 (1981)] III-1-2
verbranden verbranden: vǝrbraŋkt (Kerkrade), vǝrbrɛnǝ (Kerkrade) Bij een te hoge oventemperatuur zal de korst, speciaal de bovenkorst, verkolen. [N 29, 66a; monogr.] II-1
verbruien verbruien: verbruit (Kerkrade) door onoordeelkundige handeling of aanpak bederven [verpeuteren, verbruien, verknoeien] [N 85 (1981)] III-1-4
verdacht rondlopen get op de lever hebben: jet op de leëver han (Kerkrade) Rondzwerven met kwaad in de zin (schuipen, rallen). [N 84 (1981)] III-1-2