18242 |
versiersel |
firlefangel:
vgl. Du. Firlefanz snuisterij (rommel).
firle fangel (Q121p Kerkrade),
firlefanz (du.):
fierlefans (Q121p Kerkrade),
sier:
tseer (Q121p Kerkrade),
sieraad:
tseeroad (Q121p Kerkrade),
smuk (<du.):
sjmoek (Q121p Kerkrade)
|
franje (fig.) || sieraad || sieraad, sieraden || voorwerpen die tot versiering dienen [sier, smeer, smuk, opsmuk, opschik, tooi] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
18226 |
versleten |
schabbig:
sjöbbieg (Q121p Kerkrade),
versleten:
versjlèse (Q121p Kerkrade)
|
door lang gebruik stuk gegaan, niet bruikbaar meer, gezegd van een kledingstuk [versleten, sleets, schabbig, kaal] [N 86 (1981)] || sjofel, haveloos
III-1-3
|
30058 |
versnijding |
afzet:
āf˲zɛts (Q121p Kerkrade)
|
Elk van de trapsgewijze versmallingen in het metselwerk van een fundament. [N 31, 2a; monogr.]
II-9
|
18797 |
verstand |
vernunft (du.):
vernónf (Q121p Kerkrade),
verstand:
versjtank (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade)
|
het vermogen goed, helder te denken [verstand, bewijs, bewoud, vernuft] [N 85 (1981)] || verstand
III-1-4
|
19179 |
verstandig |
bijdehand:
bij der hank zieë (Q121p Kerkrade),
gescheit (du.):
jesjeid’ (Q121p Kerkrade),
vernnftich (du.):
vernunf’tieg (Q121p Kerkrade),
verstandig:
versjten’dieg (Q121p Kerkrade)
|
een goed verstand hebben; zijn verstand goed gebruikend [bezouwig, redelijk, radelijk] [N 85 (1981)] || verstandig || verstandig, serieus
III-1-4
|
17625 |
verstandskies |
oogtand:
oagtsànk (Q121p Kerkrade)
|
verstandskies (oogtand, baktand) [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
29941 |
verstekhaak |
gerongshaak:
jēroŋshǫak (Q121p Kerkrade),
schrage winkel:
šrɛ̄jǝ weŋkǝl (Q121p Kerkrade),
verstekhaak:
vǝrštɛkhǫak (Q121p Kerkrade)
|
Haak waarvan de armen een hoek van 450 vormen. De verstekhaak wordt gebruikt om hoeken van 450 af te tekenen. Zie ook het lemma "verstekhaak" in Wld II.9, pag. 10-11 en afb. 77. [N 33, 318e] || Haak waarvan de armen een hoek van 450 vormen. Zie ook afb. 3. [N 30, 13b; monogr.]
II-11, II-9
|
31536 |
verstelbare moersleutel |
engelander:
ɛŋǝlɛndǝr (Q121p Kerkrade
[(oud -- vergelijk afbeelding 199c)]
),
schroefsleutel:
šrufšløsǝl (Q121p Kerkrade
[(oud -- vergelijk afbeelding 199c)]
)
|
sǝl Q 116; verstelbare sleutel: vǝrštɛlbrǝ šløsǝl Q 121b; ijzeren sleuter: ęjzǝrǝ slø̜jtǝr P 176b; %%B de volgende opgaven betreffen het oudere type Engelse sleutel -- vergelijk afbeelding 199a-d%% engelse sleutel: e' [N 33, 300a; N 33, 300d; N 64, 78b; monogr.]
II-11
|
22349 |
verstoppertje spelen |
koekverbergen:
/
koekverberje (Q121p Kerkrade),
verbergen:
verberje (Q121p Kerkrade),
verbergen hellen:
Verbórje of nit, iech kom (uitroep na het aftellen bij het verstoppertje spelen).
verberje helle (Q121p Kerkrade)
|
Het spel waarbij alle personen zich verstoppen, behalve één die alle anderen moet zoeken; bij het doel (bijv. een boom) kunnen de verstopten zich afmelden (op dit spel bestaan vele varianten, misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld [N 88 (1982)] || verstoppertje [SND (2006)] || Verstoppertje spelen.
III-3-2
|
18140 |
verstuiken |
omklinken:
umklinke (Q121p Kerkrade)
|
haarenkelen: Zijn enkel stuk stoten bij het lopen (haarenkelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|