e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
walmen kwalmen: kwalmə (Kerkrade) walmen III-2-1
walnoot boomnoot: boom’noos (Kerkrade), mar.: staat er echt! (noeteboom)  boomnoos (Kerkrade), dikke noot: dikke neus (Kerkrade), dikke neus (mv.)  dikke noos (Kerkrade) Hoe noemt men de vrucht van de walnoot of okkernoot (Juglans regia L.)? [DC 17 (1949)] || walnoot || walnoten III-2-3
wambuis wams: wams (Kerkrade), waop: b.v. Heë hauw t zommerwöapsje [z. ald., rk] aa.  woap (Kerkrade) wambuis || wambuis, jasje III-1-3
wan wan: wan (Kerkrade, ... ) De platte, aan één zijde iets uitgeholde, doorgaans van stro gevlochten korf met twee oren die men gebruikte voor het wannen met natuurlijke wind. Zie afbeelding 13. [N 14, 38a; JG 1a, 1b, 2c; R 3, 64; monogr.; add. uit N 14, 37] || Wan voor het verwijderen van de zemelen. Uit de opgaven blijkt niet wie de wan gebruikt: de bakker, de boer- thuisbakker of de molenaar. [N 29, 13c] I-4, II-1
wandelen spazieren (du.): sjpatsere (Kerkrade) Wandelen: gemakkelijk en zonder zich in te spannen gaan (wandelen, kuieren, kachelen, tuinen). [N 84 (1981)] III-1-2
wandelstok spazierstok (<du.): sjpatseersjtek (Kerkrade) wandelstok III-1-3
wandluis wandluis: wank‧loes (Kerkrade), wants: wants (Kerkrade), eigen spellingsysteem  wantse (Kerkrade) wandluis || wandluis, weegluis, het platte bloedzuigende insect dat zich overdag schuilhoudt in naden en spleten van houten vloeren enz. [wanlöws, platte pose, bertelemees] [N 26 (1964)] III-4-2
wang bak: bakke (Kerkrade, ... ) wang || Welk woord gebruikt men in Uw dialect om de vlezige zijkant van het gezicht aan te duiden? Hoe spreekt men het uit? [DC 27 (1955)] III-1-1
want want: wante (Kerkrade) wanten, met duim maar zonder vingers [N 23 (1964)] III-1-3
wapen wapen: waffe (Kerkrade) een voorwerp dat bestemd is om iemand letsel toe te brengen of zich ermee te verdedigen [wapen, wapie] [N 90 (1982)] III-3-1