e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
warkruid duivelshaar: idiosyncr.  duvels-jaar (Kerkrade) Warkruid (cuscuta europaea 30 tot 140 cm grote plant. Eenjarige windende woekerplant zonder bladgroen; de stengels zijn dun, met zuignapjes, vaak rood van kleur; de bladeren zijn schubvormig; de bloemen groeien in kleine, dichte hoofdjes en zijn klokvor [N 92 (1982)] III-4-3
warm weerx warm (weer): wārm (Kerkrade), werm (Kerkrade) warm (weer) [ZND A1 (1940sq)] || warm, gezegd van het weer [smoel] [N 81 (1980)] III-4-4
was bonts: boŋks (Kerkrade), was: wɛ̄š (Kerkrade) bonte was || was III-2-1
wasbeits wasbeits: was˱bajts (Kerkrade) Beits waaraan was is toegevoegd. [N 67, 25b] II-9
wasbord roebbelsbred: rubəls˂brɛt (Kerkrade), wasbred: wèsjbret (Kerkrade), wɛ̄š˂brɛt (Kerkrade) de plank waarover gegolfd zink geslagen is, waarop men vuil goed wast (troffel, roefel, wasbord) [N 90 (1982)] || wasbord III-2-1
wasdraad kaarsensnoer: keètse sjnoor (Kerkrade) De in was gedrenkte draad, gebruikt om kaarsen aan te steken [spintlicht?]. [N 96B (1989)] III-3-3
wasgoed reine was: jedrüegde en ring wèsj(hiervoor hebben wij niet één woord voor).  ring wèsj (Kerkrade), strijkwas: sjtriech-wèsj (Kerkrade), was: Note v.d. invuller (zie bijlage): wij zeggen in Kerkrade: de was (wèsj) moet gestreken worden wanneer ze droog is.  wèsj (Kerkrade) Hoe noemt u het pas gewassen en gedroogd wasgoed? [N105 (2000)] III-2-1
wasketel waspan: wêêsjpan (Kerkrade), wastijn: wɛ̄štsiŋ (Kerkrade) pot, metalen ~ met twee oren; inventarisatie benamingen (bròòjpan, bakpan); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || wastobbe III-2-1
wasknijper klammer: klamər (Kerkrade), wasklammer: wɛ̄šklamər (Kerkrade), waspin: wɛ̄špen (Kerkrade) wasknijper III-2-1
waskom lampetkan: lampɛtkan (Kerkrade), lampetkomp: lampɛtkomp (Kerkrade), waskomp: wɛ̄škomp (Kerkrade) lampetkan || lampetkom || waskom III-2-1