e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

Gevonden: 6483
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boomkruin kruin: ideosyncr.  kroeën (Kerkrade) De bladdragende takmassa (kroon, kapruin, kruin). [N 82 (1981)] III-4-3
boomkruiper boombikker: boombikker (Kerkrade) boomkruiper (12,5 net een muis die tegen boomstammen opkruipt; dun krom bekje; nest in spleten en gaatjes; roep kort hoog [tiet, tiet, tiet]; zang kort tiereliertjen [N 09 (1961)] III-4-1
boomleeuwerik leeuwerik: lîêwerik (Kerkrade), liever: lieëver (Kerkrade) Hoe heet de boomleeuwerik? [DC 06 (1938)] || leeuwerik: boomleeuwerik (15 alleen in droog terrein (bijv. hei niet veel op trek; zang is heel helder, klokjesachtig [lululululu] [N 09 (1961)] III-4-1
boompieper pieper: pîêper (Kerkrade, ... ) boompieper || boompieper (15 net een verkleinde uitgave van zanglijster [019]; alleen op droog, open terrein met bomen; zang kanarieachtig in een korte stijg- en daalvlucht; niet zeldzaam [N 09 (1961)] III-4-1
boomstronk storkel: sjtór’kel (Kerkrade), stronk: sjtrónk (Kerkrade) stronk III-4-3
boomvalk stootsvogel: sjtôêsvôêjel (Kerkrade) valk: boomvalk (38 zomervogel met zeer lange spitse vleugels, zwarte pet en knevels, rossige broek; jaagt snel hoog in de licht; is niet algemeen; broedt in alleenstaande bomen [N 09 (1961)] III-4-1
boomvruchten stelen stropen: sjtreufe (Kerkrade) Boomvruchten stelen [tuten, stropen, bogeren, buten, afsnatsen]. [N 88 (1982)] III-3-2
boon, algemeen boon: boeën (Kerkrade) boon I-7
boordenknoopje hemdknoopje: hemmetkneufje (Kerkrade), kragenknoopje: kragekneufje (Kerkrade) boordeknoopje [N 23 (1964)] III-1-3
boorhamer boorhamer: bōrhamǝr (Kerkrade  [(Domaniale / Wilhelmina)]   [Julia]) Door perslucht aangedreven machine waarmee gaten in het gesteente kunnen worden geboord. De werking berust op een slaande en een draaiende beweging. Volgens Defoin en Vanwonterghem wordt de term "boorhamer" ook gebruikt voor de meer moderne versie van dit toestel: "Bij vroegere boorhamers onderging het boorijzer een stootsgewijs draaiende beweging. De thans gebruikte rotatieve boortoestellen waarbij het boorijzer ononderbroken zonder slagen draait, noemt men ook boorhamers" (Vanwonterghem pag. 72). [N 95, 809; monogr.; Vwo 159; Vwo 162] II-5