18160 |
zwachtel |
verband:
verbank (Q121p Kerkrade)
|
Zwachtel: lange, smalle strook dun linnen of verbandgaas bijv. voor het verbinden van een wond (windel, vees). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20355 |
zwager |
zwager:
schwaoger (Q121p Kerkrade),
sjwoa’jer (Q121p Kerkrade),
neen
schwaoger (Q121p Kerkrade),
sjwoajer (Q121p Kerkrade)
|
zwager || zwager (schoonbroeder Bestaan er verschillende woorden voor den broeder van den man of de vrouw, en den man van de zuster? [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
17557 |
zwak en mager persoon |
schraapshaasje:
sjrapshösje (Q121p Kerkrade),
slapzwans:
sjlapsjwans (Q121p Kerkrade)
|
mager [schrepel, schraal] [N 10 (1961)] || Zwak, slap: gering van lichaamsvermogen, niet sterk (zwak, min, slap). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
17972 |
zwak, ongezond |
zwak:
sjwaach (Q121p Kerkrade)
|
Zwak: niet sterk, met weinig weerstand (fijn, krank, week, zwak). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17745 |
zwak, slap |
zwak:
schwaak (Q121p Kerkrade),
šwá:k (Q121p Kerkrade),
žwāāch (Q121p Kerkrade)
|
zwak [DC 02 (1932)]
III-1-1
|
24285 |
zwaluwstaart |
zwalberstaart:
sjwalbersjtats (Q121p Kerkrade)
|
de staart van zwaluwachtige vogels [N 83 (1981)]
III-4-1
|
32038 |
zwaluwstaartverbinding |
zwalberstaart:
šwalbǝrštats (Q121p Kerkrade)
|
In het algemeen een verbinding waarbij een soort pen, uitgesneden in de vorm van een zwaluwstaart aan het einde van het ene stuk hout, wordt gevoegd in een inkeping van dezelfde vorm aan het einde van het andere stuk. Zie ook afb. 133. [N 54, 55a; A 18, 39e; monogr.]
II-12
|
27339 |
zware hamer |
moker:
moker (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
zware hamer:
šwoǝrǝ hamǝr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Domaniale])
|
Voorhamer, grote moker. Het woordtype "mottek" (Q 121b, Q 202) is een verbastering van het Poolse mtottek. De term "meesterhouwer" (Q 21) was op de mijn Maurits een spottende benaming voor een zware hamer. [N 95, 739; monogr.]
II-5
|
33481 |
zwarte bes |
zwarte wiemeren:
sjwatte wiemere (Q121p Kerkrade)
|
[DC 13 (1945)]
I-7
|
24345 |
zwarte bladluis |
bladluis:
blad’loes (Q121p Kerkrade),
eigen spellingsysteem
bladloes (Q121p Kerkrade),
meel:
mie’ël (Q121p Kerkrade)
|
bladluis || bladluis (zoals bijv. de zwarte tuinbonenluis) [himmelzoad, meelow, melde, smeelje] [N 26 (1964)]
III-4-2
|