e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

Gevonden: 6483
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zweer gezwoer: jǝšwȳr (Kerkrade), zweer: sjweer (Kerkrade) [N 8, 90b en 90t]Zweer: huidontsteking vaak met ettervorming ten gevolge van een infectie (zweer, zwerage, zwerije). [N 84 (1981)] I-9, III-1-2
zweet zweet: der sjwees (Kerkrade, ... ), dr sjwees (Kerkrade), schwees (Kerkrade) zweet [N 10 (1961)] III-1-2
zwellen duwen: %%de stoot duwt%%  dø̜jt (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Julia]), in de baan komen: en dǝ bān ko.mǝ (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Domaniale]), kwellen: kwɛlǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Willem-Sophia]) Gezegd van galerijwanden die opzwellen tengevolge van druk op het gesteente. [N 95, 386] II-5
zwemmen zwemmen: sj(w)ume (Kerkrade), sjwumme (Kerkrade), sjwəmə (Kerkrade) zwemmen [GTRP (1980-1995)], [RND] || Zwemmen. III-3-2
zwemstenen bimsstenen: bemsšte ̞ŋ (Kerkrade) Zwemstenen of drijfstenen zijn benamingen voor een zeer lichte kunststeen, vervaardigd uit puimsteengruis (bimszand) en hydraulische kalk. Het gruis wordt daartoe met ongeveer 1/9 van zijn gewicht aan waterkalk dooreengemengd. Dit mengsel wordt in ijzeren vormen geschept, beklopt en, van de vormen ontdaan, op rekken te drogen gezet. Na enige dagen worden de stenen op hopen gezet en na enige maanden zijn zij gereed voor gebruik. Zwemstenen worden hoofdzakelijk voor binnenwerk gebruikt en isoleren dankzij hun grote poreusheid goed warmte en geluid. 'Ytong' en 'Poriso' zijn merknamen. [N 30, 54e] II-9
zwengel zwengel: šwøŋǝl (Kerkrade) Soort van gebogen arm met een haaks daarop aangebrachte handgreep waarmee met de hand of door middel een trede boor- en andere machines in beweging worden gebracht. Zie ook het volgende lemma. [N 33, 281] II-11
zwerm vogels vlucht: vläog (Kerkrade), zwerm: sjwerm (Kerkrade, ... ) groep bijeenhorende vogels (vlucht, klamp, krooi) [N 83 (1981)] || vlucht || zwerm III-4-1
zweten zweten: schwēse (Kerkrade), sjweese (Kerkrade), sjwéése (Kerkrade) zweten [N 10a (1961)] III-1-2
zwezerik zogjeren: susgere (Kerkrade) Zwezerik (sepieten?) [N 16 (1962)] III-2-3
zwiepingen schoren: šōrǝ (Kerkrade), spreizen: špręjtsǝ (Kerkrade) De houten latten waarmee het profiel loodrecht wordt vastgezet. Zie ook afb. 28. [N 31, 7b; monogr.] II-9