e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

Gevonden: 6483
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
buur nabuurman: noaberman (Kerkrade) iemand die naast ons woont [naober, buur, buurman] [N 90 (1982)] III-3-1
buurman nabuurman: noaberman (Kerkrade) iemand die naast ons woont [naober, buur, buurman] [N 90 (1982)] III-3-1
buurt nabuurschap: noabersjaf (Kerkrade) het deel van een stad of dorp waarvan de bewoners elkaar goed kennen [buurt, gebuurt, geburen, naoberschap] [N 90 (1982)] III-3-1
buurten quatschen (du.): kwatsje (Kerkrade) de avonden doorbrengen met praten en roken [kortavonden] [N 87 (1981)] III-3-1
cacao cacao: kakau’ (Kerkrade) cacao III-2-3
calèche calche (fr.): kalesj (Kerkrade) een licht, vierwielig rijtuig [caleche, kales] [N 90 (1982)] III-3-1
campagne, seizoen seizoen: tsǝzūn (Kerkrade) Die tijd van het jaar waarin de weersgesteldheid zodanig was, dat de mogelijkheid bestond in de buitenlucht vormelingen te drogen. Volgens een invuller uit Q 95 was de term campagne uit de tijd van de veldovens; later bij ring- en vlamovens werd hij minder gebruikt. [N 98, 7; monogr.] II-8
canapé, sofa canapè: kanəpiə (Kerkrade), sofa: zōfa (Kerkrade) canapé || sofa III-2-1
cape kapoets: kalboets (Kerkrade) cape, grote ~, versierd met kant, strikken en fluwelen garnering [umhanger] [N 25 (1964)] III-1-3
capuchon kapoets: kalboets (Kerkrade) capuchon van een regenmantel [tröt] [N 23 (1964)] III-1-3