18375 |
dameslaars |
steveltje:
stevvelsje (Q121p Kerkrade),
vrouwenluisstevel:
vrouweluutstevele (Q121p Kerkrade)
|
vrouwenlaars [stevelet] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18263 |
damesmantel |
mantel:
manktel (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade,
Q121p Kerkrade)
|
damesmantel; inventarisatie huidige uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || damesmantel; inventarisatie vero uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || mantel, jas
III-1-3
|
22645 |
dammen |
dammen:
Karte 92.
dammen (Q121p Kerkrade)
|
Dame spielen.
III-3-2
|
24984 |
damp, stoom |
zwaam:
sjwaam (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade)
|
damp van kokend water [DC 28 (1956)]
III-4-4
|
19633 |
dampen |
dampen:
dampe (Q121p Kerkrade),
paven:
flem’pe (Q121p Kerkrade),
zwademen:
sjwa’me (Q121p Kerkrade)
|
dampen || sterk roken || Wat zegt u in uw dialect tegen \"dampen\"? (dampen, dompen, doempen) [N 104 (2000)]
III-2-1, III-2-3
|
17805 |
dansen |
dansen:
dānzən (Q121p Kerkrade)
|
dansen [ZND A1 (1940sq)]
III-1-2
|
17702 |
darm |
darm:
derm (Q121p Kerkrade),
deͅrm (Q121p Kerkrade),
dèrm (Q121p Kerkrade),
dèrəm (Q121p Kerkrade)
|
darm [DC 02 (1932)] || een darm [ZND A1 (1940sq)]
III-1-1
|
25435 |
darmen |
aarsdarm:
āšdɛrm (Q121p Kerkrade),
dikke darm:
dekǝdɛrm (Q121p Kerkrade),
dunne darm:
dønǝ dɛrm (Q121p Kerkrade),
hinderste:
hɛnǝšǝ (Q121p Kerkrade),
kransdarm:
kransdɛrm (Q121p Kerkrade),
kranzdɛrm (Q121p Kerkrade),
kromme darm:
kromǝ dɛrm (Q121p Kerkrade),
mastdarm:
mastdɛrm (Q121p Kerkrade),
puitdarm:
butdɛrm (Q121p Kerkrade),
putdɛrm (Q121p Kerkrade),
rechte darm:
rɛxtǝ dɛrm (Q121p Kerkrade),
slijmdarm:
šlemdɛrm (Q121p Kerkrade),
snakke darm:
šnakǝ dɛrm (Q121p Kerkrade)
|
In dit lemma zijn geïnventariseerd de benamingen voor verschillende darmsoorten. Exact uitsplitsen van de benamingen die alleen op darmsoorten van het varken of op die van het rund duiden, was niet goed mogelijk. Men mag er echter van uitgaan dat een groot aantal benamingen van toepassing is zowel op de darmen van het rund als op die van het varken. In het lemma is een splitsing aangebracht tussen de algemene benamingen voor darmen en de benamingen voor de verschillende soorten. [N 28, 86; monogr.]
II-1
|
25453 |
darmen met worstvlees vullen |
darmen vullen:
[darmen] vølǝn (Q121p Kerkrade),
stoppen:
štø̜pǝ (Q121p Kerkrade),
worst vullen:
[worst] vølǝ (Q121p Kerkrade)
|
Het kleingemaakte vlees en vet in de schoongemaakte darmen doen. Dit kan gebeuren door het vlees en vet met de duim door een trechter in de over de tuit van de trechter ge-schoven darm te duwen. Men gebruikt hiertoe ook wel een koeiehoren waarvan de punt is verwijderd. Moderner is het gebruik van een aanzetstuk op de worstmolen: over dit holle aanzetstuk wordt de darm geschoven; het vlees worden bovenin de molen gedaan en door de buis in de darm geduwd. Vergelijk ook het lemma ''worst maken''. Een object "darmen", "vlees", "pensen", "worst" e.a. wordt niet fonetisch gedocumenteerd. [N 28, 119; monogr.]
II-1
|
25452 |
darmen schoonmaken |
darmen spoelen:
[darmen] špø̄lǝ (Q121p Kerkrade),
slijmen:
šlemǝ (Q121p Kerkrade)
|
De darmen die als omhulsel voor de worst gebruikt worden, worden eerst leeggeperst. Daarna worden ze verder schoongemaakt door ze binnenste buiten te keren en ze met al dan niet zout water af te wassen, of door het resterende vuil weg te krabben. Meestal worden de darmen vervolgens uitgekookt. Het object "darmen" is niet fonetisch gedocumenteerd. [N 28, 117; monogr.]
II-1
|