e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P055p plaats=Kermt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
priestersteek met ronde luifel pastoorshoed: pəstuwərshuət (Kermt) priestersteek met ronde luifel [N 25 (1964)] III-3-3
prijzen (mv.) prijzen: prɛ.is (Kermt) prijzen (mv.) [RND] III-3-2
prikkeldraad pikdraad: pękdrou̯ǝt (Kermt) Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.] I-8
priktol dop: dop (Kermt) Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed dat in bezeging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid? [priktol] [Lk 03 (1953)] III-3-2
proces-verbaal proces-verbaal: zjə krècht ə prosēs vərbaol (Kermt) Proces-verbaal. [ZND 05 (1924)] III-3-1
profiteren gebruik maken: van de kans gebruik maken (Kermt), profiteren: van de okkaze profiteeren (Kermt) Van de gelegenheid (occasie) profiteren. [ZND 40 (1942)] III-1-4
pronkveer op een hoed hoedenpluim: [sic, ?-pluim (vgl. WNT hooipluim?)]  hiplōͅym (Kermt), pluim: plowm, plejmkə (Kermt), plø͂əm (Kermt) Pluim, pluimpje. [ZND 05 (1924)] || pronkveer op een hoed [N 25 (1964)] III-1-3
provisiekast, etenskast schap: schaep (Kermt), sxāp (Kermt), sxāəp (Kermt) een schaprade, schapraai (etenskast) [ZND 06 (1924)] || spinde [ZND 07 (1924)] || voorraad- of provisiekast [N 05A (1964)] III-2-1
prutsen prutselen: prutselen aan het eten (Kermt) prutsen: betekenis [ZND 40 (1942)] III-1-4
prutser neuker: djeje zijt ne neeker (Kermt), prutselaar: ne prutseleer (Kermt) prutsen: uitspraak [ZND 40 (1942)] III-1-4