e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P055p plaats=Kermt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ruiten in het kaartspel koeken: kŏokən ooəs (Kermt) Ruiten: ruiten aas (kaartspel). [ZND 06 (1924)] III-3-2
rund koebeest: kǫu̯bist (Kermt), rindsbeest: rēnsbīs (Kermt) Holhoornig, herkauwend zoogdier dat om zijn vlees en melk en ook wel als trekdier gehouden wordt. [L 6, 22; L 42, 12; S 30; S 49; Wi 6; monogr.] I-11
runderhorzel, horzel horzel: hōzəl (Kermt), ronker: legt eitjes  ro.ŋkər (Kermt) horzel [ZND 01 (1922)] || insect III [Goossens 1b (1960)] III-4-2
runderhorzellarve madenbeet: mojbət (Kermt), madenknook: mōͅ.knē.k (Kermt) larve van de runderhorzel, worm die grote bulten (wormbulten) veroorzaakt in de huid van runderen [N 26 (1964)] || worm vdit laatste insect [Goossens 1b (1960)] III-4-2
rundvee beesten: bistǝ (Kermt), bīstǝ (Kermt) Als vee gehouden runderen. Rundvee in het algemeen. Zie afbeelding 1. [N 3A, 1; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
rups rupsel: roopsəl (Kermt), ropsəl (Kermt), ropsəls (Kermt) groene rups die koolbladeren tot op de nerf afvreet [N 26 (1964)] || rups [N 26 (1964)], [ZND 06 (1924)] III-4-2
sacramentsprocessie sacramentsprocessie (<lat.): cese op het einde is lang  sacramentsprocese (Kermt) Hoe heet de processie die s zondags na H. Sacramentsdag wordt gehouden? [ZND 40 (1942)] III-3-3
salpeter vodderook: vodǝruk (Kermt) Chemische stof waarmee bijen bedwelmd worden. [N 63, 77d, N 63, 77c; N 63, 77b; JG 1b] II-6
samenspannen heulen: heelə (Kermt) heulen (met iemand -) [ZND 01 (1922)] III-3-1
sandaal sandaal: sando͂ͅəl (Kermt) sandaal [N 24 (1964)] III-1-3