e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P055p plaats=Kermt

Overzicht

Gevonden: 2603
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dal, vallei laagte: leejgdə (Kermt) laagte (tussen 2 heuvels) [ZND 29 (1938)] III-4-4
damesblouse bloes: bluəs (Kermt) damesblouse, te dragen bij een rok [bloes, stelsel, jak, beskien, kazevek] [N 23 (1964)] III-1-3
dameshoed? hoed: huət (Kermt), hūət (Kermt) dameshoed [N 25 (1964)] III-1-3
dameslaars vrouwluibot: vrøliboͅt (Kermt) vrouwenlaars [stevelet] [N 24 (1964)] III-1-3
damesmantel jas: jās (Kermt, ... ), mantel: mantəl - mantəls (Kermt), meer gebruikt nu  māntəl (Kermt), vrouwluijas: vrølijaəs (Kermt, ... ) damesmantel; inventarisatie huidige uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || damesmantel; inventarisatie vero uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || mantel (enkelvoud - meervoud) [ZND 01 (1922)] III-1-3
damesschoen met hoge of halfhoge hak talonnetje (<fr.): taloͅnəkəs (Kermt) damesschoenen met hoge of halfhoge hak [N 24 (1964)] III-1-3
das, sjaal sjaal: ša.əl (Kermt) das, sjaal, om de hals gedragen [das, polderdas, sjerp, kazzenij] [N 23 (1964)] III-1-3
dasspeld kravatspeld (<fr.): krəva.tspeͅl (Kermt) dasspeld [dasspang] [N 23 (1964)] III-1-3
dauw dauw: døə (Kermt) dauw die s morgens over de velden hangt [doom, domp, mok] [N 22 (1963)] III-4-4
daverwaat daverwatig: dāvǝrwętex (Kermt) Blad van de zeis dat zijn spanning heeft verloren en "klappert" bij het maaien. Dit kan gebeuren wanneer het blad door veelvuldig gebruik en wetten te dun is geworden en de zeis versleten raakt. Maar een zeis kan ook "daverwatig" worden als er ondeskundig is gehaard, onregelmatig of te ver van de eigenlijke snede af, naast het haarpad, of wanneer er te lang op één en dezelfde plaats is geslagen. Men vindt in dit lemma substantieven (zoals daverwaat (subst. èn adj.), daverblad, klapzeis), adjectieven (zoals daverwatig, klapperwatig, versleten) en uitdrukkingen (zoals er zit de koekoek in of de zeis fronselt) bijeen. [N 18, 89; monogr.] I-3