e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kermt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lepel lepel: ™ niet omgespeld  le͂ͅpəl (Kermt) lepel in het algemeen (lepel, lippel, leeper) [N 20 (zj)] III-2-1
lepelrek lepelrek: ™ niet omgespeld  le͂ͅpəlreͅk (Kermt) rekje aan de wand waarin lepels worden bewaard [N 20 (zj)] III-2-1
leren leren: zjeejə hejt vandaach ⁄t mīēstə gəlīērt èn zjə zejt braaf gəweejəst, zjə moocht vrigər towəs gon as d⁄aenər (Kermt) Gij hebt vandaag het meeste geleerd en ge zijt braaf geweest, gij moogt vroeger naar huis gaan als de andere. Gij: deze ganse zin staat in de tweede pers. enkelv. [ZND 04 (1924)] III-3-1
leren beenkap beenkap: binkapə (Kermt) lederen beenkappen [kemasse, kamasje] [N 24 (1964)] III-1-3
leunstoel leningstoel: lēi̯neŋstuu̯l (Kermt, ... ), zetel: zēi̯ətəl (Kermt, ... ) een leuningstoel [ZND 30 (1939)] || leuningstoel [ZND 01 (1922)] III-2-1
leurder leurder: ps. omgespeld volgens Frings.  lērdər (Kermt) koopman die met zijn waren langs de deuren gaat? [N 21 (1963)] III-3-1
leuren leuren: ps. omgespeld volgens Frings.  lēərə (Kermt) Inventarisatie uitdrukkingen voor: "op koopmanschap gaan"= erop uittrekken om zijn waren te verkopen? Zo neen, welke andere uitdrukking. Geeft u nauwkeurig de uitspraak aan. [N 21 (1963)] III-3-1
leverpastei leverpat: lēəvərpəteͅi (Kermt) leverpastei [Goossens 1b (1960)] III-2-3
leverworst leverworst: lēə.vərwoͅ.st (Kermt), pens: pɛns (Kermt), worst: wast (Kermt) beuling (leverworst) [ZND 01 (1922)] || leverworst [Goossens 1b (1960)] III-2-3
lichaam lichaam: lichaam (Kermt) lichaam [ZND 01 (1922)] III-1-1