id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
18703 | mantelpak | completje (<fr.): koͅmple͂ͅkə (Kermt), kostuumpje: kəstøməkə (Kermt) | mantelpak, uit jas en rok bestaand dameskostuum [N 23 (1964)] III-1-3 |
21271 | markt | markt: mɛ.rək (Kermt) | markt [RND] III-3-1 |
24350 | marter | fluwijn: steenmarter ondergebracht bij marter, alg. filəwejn (Kermt), fləwejn (Kermt) | steenmarter [ZND 07 (1924)] III-4-2 |
22440 | masker | masker: maesker (Kermt) | Masker. [ZND 01 (1922)] III-3-2 |
32983 | masteluin | masteluin: mastǝlɛi̯n (Kermt) | Menggewas, vooral rogge en tarwe dooreen; vroeger bakte men er brood van ("masteluinbrood"), nu wordt het alleen nog als groenvoer gezaaid. Indien het mengsel een andere samenstelling heeft dan rogge en tarwe, dan wordt dat in het lemma aangegeven. De opgaven "groenvoer" zijn in het lemma ''groenvoer'' (1.2.14) ondergebracht. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [koren], zie het lemma ''rogge'' (1.2.4), resp. ''graan, koren'' (1.2.1). [L 39, 15; L lijst graangewassen, 5; monogr.; add. uit L 48, 26; Lu 2, 26] I-4 |
33044 | mathaak | haak: hōk (Kermt), zichthaak: [zicht]hǫǝk (Kermt), zichtlat: [zicht]lat (Kermt) | Doorgaans licht gebogen ijzeren tand aan een houten steel, die bij het maaien met de zicht gebruikt wordt om het graan bij het eigenlijke inkappen op te tillen en om het afgeslagen graan bij elkaar te trekken. In de volgende plaatsen geen specifieke benaming bekend: L 316, 317, 355, 356, 358, 363, 365, 366, 368, 413. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [zicht]- zie het lemma ''zicht'' (4.3.1). Vergelijk ook de betekeniskaart 30 bij het lemma ''zicht'' (4.3.1) voor de geografische uitbreiding van pik in de betekenis "zicht" naast die van pik in de betekenis "mathaak". Zie afbeelding 5. [N 18, 72 en 73; JG 1a, 1b, 2c; A 14, 10; L 45, 10; R 3, 66; Gwn 7, 5; monogr.; add. uit N 11, 88; N 15, 16c en 16g; A 4, 28; A 23, 16.2; L 20, 28; Lu 1, 16.2] I-4 |
18414 | matrozenpakje | col marin (fr.): kolmerēͅ (Kermt) | matrozenpakje (soort jongenskostuum) [N 26 (1964)] III-1-3 |
20909 | mayonaise | mayonaise: màjjənéés (Kermt) | mayonaise [RND] III-2-3 |
18129 | mazelen | mazelen: māāzələ (Kermt), mazeren: maazərə (Kermt) | mazelen [ZND 01 (1922)] III-1-2 |
17849 | meegaan | meegaan: miejəgon (Kermt), meegaan bet: dan gon və betŏŏch mīējə (Kermt) | Dan gaan we met u mee. [ZND 04 (1924)] || Waar gaat ge heen, willen we met u meegaan ? [ZND 04 (1924)] III-1-2 |