e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kermt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stier duur: dyǝr (Kermt), var: vēr (Kermt), vē̜r (Kermt) Mannelijk, niet gecastreerd rund. [JG 1a, 1b; A 4, 12; Gwn V, 1; L 7, 46; L 14, 14; L 20, 12; R 3, 38; S 35; Wi 14; monogr.; add. uit N 3A, 15] I-11
stijfsel stijfsel: samen met znd 7, 48  stejɛsəl (Kermt) de witte stof die gebruikt wordt om linnen stijf te maken (witte klontjes) [ZND 32 (1939)] III-2-1
stijgbeugels stijgbeugels: stibē.gls (Kermt) Metalen, van onderen afgeplatte, aan een riem bevestigde ring waarin een ruiter de voet zet om op of af te stijgen en om op te steunen bij het rijden. [JG 1a, 1b] I-10
stijlvoetplaat grondplaai: (mv)  grǫntplǫwǝ (Kermt) De onderste regel van het raamwerk waarop de muurstijlen worden geplaatst. In Q 20 rustte de muurplaat op een gemetselde fundering die 'gezwel' ('gǝšw'l', mv. 'gǝšw'ldǝr') werd genoemd. [N 4A, 52d; monogr.; Vld] II-9
stilstaan hou: hou̯ (Kermt) Voermansroep om het paard te doen stilstaan. [JG 1b; N 8, 95e en 96; L B 2, 257; L 36, 81e; monogr.] I-10
stoel stoel: stul (Kermt), stūl (Kermt) stoel [ZND 07 (1924)] || Stoel waarin de molenaar zit wanneer hij met behulp van het groot rad molenstenen opheft. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛsteenreepɛ.' [Vds 216; Jan 193] II-3, III-2-1
stoep stoep: stup (Kermt) stoep [ZND 07 (1924)] III-3-1
stoep, trottoir stoep: stup (Kermt) stoep [ZND 07 (1924)] III-2-1
stof stub: steͅp (Kermt) stof [ZND 07 (1924)] III-2-1
stoffen pantoffel slof: sloͅfə (Kermt) sloffen, stoffen pantoffels met slappe zool [N 24 (1964)] III-1-3