e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kermt

Overzicht

Gevonden: 2604
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
breuk breuk: breek (Kermt) breuk [ZND 01 (1922)] III-1-2
brief brief: briejf (Kermt), brî.f (Kermt) brief [RND], [ZND 01 (1922)] III-3-1
briesen briesen: brisǝ (Kermt), pruisen: prǭǝ.sǝ (Kermt) Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5] I-9
broeden, op eieren zitten broeden: brii̯ǝ (Kermt), brīǝ (Kermt) [N 19, 45; N 19, 44d; Vld.; S 5; L 1a-m; L 22, 22; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
broedende kip op eieren klok: klǭǝk (Kermt) [N 19, 43a; JG 1a, 1b, 2c; L 14, 21; A 6, 1c; S 5; L B2, 320; monogr.] I-12
broeder broeder: brīer (Kermt), broedertje: heejə git op school bè də brirkəs (Kermt) Broeder. [ZND 01 (1922)] || Broeder: hij gaat naar school bij de broeders. [ZND 05 (1924)] III-3-3
broedse kip die men niet wil laten broeden broedkarige hen: brutkǫrǝgǝ hen (Kermt) [N 19, 43b] I-12
broedziek broedkarig: brudkǫrǝx (Kermt) Gezegd van een kip die voortdurend neigingen vertoont om te broeden. [JG 1a, 1b, 2c; S 5; monogr.] I-12
broek achterlap: achterlap (Kermt), broek: brok (Kermt) De horizontale riem van het achterhaam die om de billen van het paard loopt. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 75; monogr.] I-10
broek met split fluitjesbroek: flētjəsbrōͅk (Kermt) broek met een split aan de voorkant [fluitjesbroek] [N 23 (1964)] III-1-3