33215 |
c. geheel houten riek |
peulgaffel:
pø̄lgafǝl (P055p Kermt)
|
Een riek met brede platte tanden die onder tegen het blok zijn gespijkerd, om bladeren (of schillen van dennebomen, zoals door de zegsman aangegeven) bijeen te scharrelen, bijv. voor de potstal, of om kwetsbare vruchten, zoals peulen, op te scheppen. [N 18, 32]
I-5
|
18654 |
cape |
omhanger:
emhangər (P055p Kermt)
|
cape, grote ~, versierd met kant, strikken en fluwelen garnering [umhanger] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18557 |
capuchon |
kap:
ka.p (P055p Kermt)
|
capuchon van een regenmantel [tröt] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
33749 |
castreren |
knijpen:
knē̜i̯ǝpǝ (P055p Kermt),
snijden:
snē̜i̯ǝ (P055p Kermt),
snē̜ǝ (P055p Kermt, ...
P055p Kermt)
|
Een mannelijk paard onvruchtbaar maken door de teelballen weg te snijden; men spreekt dan van een ruin. Vgl. het lemma ''ruin'' (2.1.3). [JG 1a, 1b; N 8, 60] || Het varken onvruchtbaar maken. Mannelijke varkens castreert men door ze de teelballen weg te nemen. [N 76, 44; JG 1a, 1b; monogr.] || In dit lemma worden twee manieren van castreren onderscheiden: A. onvruchtbaar maken door de teelballen weg te nemen, weg te snijden of te kwetsen, en B. onvruchtbaar maken door de teelballen af te binden of af te knijpen.. [N 3A, 19; JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 12; L 4, 37; L 20, 12; Wi 16; monogr.]
I-11, I-12, I-9
|
32895 |
cementen strekel |
streek:
[streek] (P055p Kermt)
|
Houten lat van ongeveer 40 cm., waarop aan beide zijden een laagje cement (amaril) is aangebracht. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en afbeelding 9, nummer 4. Waar het woord(deel) streek of strekel identiek is aan de opgave voor "strekel" in dezelfde plaats, wordt door middel van de notatie (streek) of (strekel) voor de fonetische documentatie verwezen naar het lemma ''strekel''. [JG 1a, 1b; add. uit N 18, 80 en 82]
I-3
|
21539 |
centiem |
halve cent:
ps. omgespeld volgens Frings.
hafseͅnt (P055p Kermt)
|
koperen munt van 1 centiem [N 21 (1963)]
III-3-1
|
18824 |
chagrijn |
chagrineren (<fr.):
slecht leesbaar
zjè mŏŏjt ooch doorvə nie ejn chagrieneerə (P055p Kermt)
|
chagrijn [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
20545 |
cichorei |
cichorei:
sjiekoreej (P055p Kermt)
|
cichorei [ZND 01 (1922)]
I-7
|
33476 |
cirkelvormig raam |
ronde venster:
rø̄n vęnstǝr (P055p Kermt)
|
Een raam in de vorm van een cirkel, meestal aan de stallen. Vanwege de ronde vorm kunnen de benamingen gelijk zijn aan die voor (onbeglaasde) ventilatie-openingen in de muur of in het dak (zie het lemma "rond gat boven in de schuurgevel", 4.2.11). De meeste benamingen betreffen de vorm, sommige ook de functie (belichting en beluchting). [N 4, 52; N 4A, 38b]
I-6
|
18518 |
colbertjasje |
kamizool (<fr.):
ka.məzøwəl (P055p Kermt)
|
colbertjasje, (korte) jas van een kostuum [N 23 (1964)]
III-1-3
|