22335 |
alles kwijt |
dubbel of kwijt:
dobəl of kwêt!! (P055p Kermt)
|
Hij is alles kwijt (bij het spel alles verliezen). [ZND 01u (1924)]
III-3-2
|
18631 |
alpinomuts |
bivakmuts:
bivakmots (P055p Kermt),
muts:
moͅəts (P055p Kermt)
|
alpino(muts) [patsj] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18371 |
andere damesschoenen |
aansteker:
oͅstekər (P055p Kermt)
|
damesschoenen; inventarisatie overige soorten; betekenis/uitspraak [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18717 |
andere jaktypen |
trois quarts (fr.):
driekwartsjas
trwa.-kār} of [droͅiə kwo͂ͅət (P055p Kermt)
|
jak; inventarisatie overige soorten; betekenis/uitspraak [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18662 |
andere nachtkleding: nachtsokken |
slaapsokken:
slōpzok (P055p Kermt)
|
nachtkleding: inventarisatie overige soorten; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)]
III-1-3
|
20656 |
andijvie |
andijvel:
andievel (P055p Kermt, ...
P055p Kermt),
dijvelsalade:
dievelslaat (P055p Kermt, ...
P055p Kermt),
dijvetsalade:
di.vətslōͅət (P055p Kermt)
|
[Goossens 1b (1960)] [ZND 01 (1922)] [ZND 32 (1939)]
I-7
|
28580 |
angel |
angel:
áŋǝl (P055p Kermt)
|
Het verdedigingsmiddel van de bij dat zich aan het achterlijf bevindt. Het is een scherp, hol spiesje, van weerhaakjes voorzien en verbonden met een gifblaasje. Hiermee steken moer en werkbij. De dar mist dit wapen. [N 63, 73a; L 32, 26; JG 1a+1b; monogr.]
II-6
|
33621 |
anjelier |
giroffel:
ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007
gieroffels (P055p Kermt),
groffiaat:
groffiaote (P055p Kermt)
|
Anjelier, Fr. oeillet, Lat. Dianthus [ZND 15 (1930)]
I-7
|
21251 |
anker |
anker:
aŋkǝr (P055p Kermt),
kruisanker:
kręjǝs˱aŋkǝr (P055p Kermt)
|
Stuk ijzer dat wordt gebruikt om muren, vloeren, gordingen etc. met elkaar te verbinden. Het is gewoonlijk samengesteld uit een schieter en een veer. De schieter vormt het metalen onderdeel aan de buitenzijde van de muur en bestaat uit een metalen staaf die in het midden een nok heeft. De veer brengt de verbinding tussen schieter en muur of vloer tot stand. Schieter en veer kunnen met behulp van één of meer spieën aan elkaar worden bevestigd. Zie ook afb. 72. De woordtypen 'strijkanker', 'trekanker' en 'strekanker' worden specifiek gebruikt voor een anker waarvan de veer in de dwarsrichting over twee of drie balken ligt. Het dient om muren te verankeren die evenwijdig lopen met de balklaag. [N 31, 38; N 4A, 51b; N 54, 123b; N 54, 124a; N 54, 126; monogr.]
II-9
|
33617 |
appel, algemeen |
appel:
apəl (P055p Kermt, ...
P055p Kermt)
|
[ZND 01 (1922)] [ZND 26 (1937)]
I-7
|