e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kessel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lende lende: linje (Kessel) lendenen [SGV (1914)] III-1-1
lente, voorjaar lente: lintje (Kessel) lente [SGV (1914)] III-4-4
leren, studeren studeren: sjtudeere (Kessel) studeeren [SGV (1914)] III-3-1
leunstoel leunstoel: lø͂ͅnstōl (Kessel) leuningstoel [SGV (1914)] III-2-1
leurder schurger: Van Dale: schurgen, (gew.) schuieren, met een kruiwagen vervoeren.  sjürger (Kessel) leurder; Hoe werd de man genoemd die dat deed? [DC 48 (1973)] III-3-1
leuren schurgen: sjürge (Kessel) leuren; Kent u een oud woord voor te voet met de handelswaar langs de huizen gaan van deur tot deur zoals bijvoorbeeld marskramers en ketellappers deden? [DC 48 (1973)] III-3-1
libel en waterjuffer glazenmaker: glazemaiker (Kessel), wijntempel: wientempel (Kessel) libel, alg. [DC 27 (1955)] || libel, grote soort, ong. 7 cm, bruinachtig [DC 27 (1955)] III-4-2
lichaam lichaam: lichaam (Kessel), lijf: Ouder  lief (Kessel) lichaam [SGV (1914)] III-1-1
lichaamsvocht leewater: liëwater (Kessel) leewater [SGV (1914)] III-1-2
lichtgeraakt, kregel gauw getreden: gauwgetrêje (Kessel) lichtgeraakt [SGV (1914)] III-1-4