e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kessel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mannenondergoed mansluiondergoed: mansluu ongergood (Kessel) Ondergoed voor mannen. [DC 62 (1987)] III-1-3
maria-altaar maria-altaar: maria-altaar (Kessel) Het (zij)altaar dat toegewijd is aan O.L. Vrouw en waarop of waarboven haar beeltenis prijkt [Maria-altaar]. [N 96A (1989)] III-3-3
maria-hemelvaart maria-hemelvaart: maria hemelvaart (Kessel) 15 augustus, Maria Hemelvaart [O.L. Vrouw Kruidwis, eerste Lievevrouw(endag), Hoge Lievevrouw, Vroege Lievevrouw, O.L. Vrouw kroedwien]. [N 96C (1989)] III-3-3
maria-lichtmis maria-lichtmis: maria lichmès (Kessel) 2 februari, Maria Lichtmis, de dag waarop in de kerk kaarsen gewijd worden [Maria-Littemis]. [N 96C (1989)] III-3-3
mariabeeld mariabeeld: mariabeeld (Kessel, ... ) Een beeld van Maria met of zonder het kind Jezus op de arm. [N 96B (1989)] || Een beeld van Maria, de moeder van Jezus [Moeder Gods, Moeder Godes, Lievevrouwenbeeld, Mariabeeld?]. [N 96A (1989)] III-3-3
markt markt: mâêrt (Kessel) markt [RND] III-3-1
marmer marmer: marmer (Kessel) marmer [SGV (1914)] III-4-4
marter marter: maartel (Kessel), maarter (Kessel) marter [SGV (1914)] III-4-2
masker mommegezicht: mommegezicht (Kessel) masker [SGV (1914)] III-3-2
mathaak pik: pek (Kessel), pęk (Kessel) Doorgaans licht gebogen ijzeren tand aan een houten steel, die bij het maaien met de zicht gebruikt wordt om het graan bij het eigenlijke inkappen op te tillen en om het afgeslagen graan bij elkaar te trekken. In de volgende plaatsen geen specifieke benaming bekend: L 316, 317, 355, 356, 358, 363, 365, 366, 368, 413. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [zicht]- zie het lemma ''zicht'' (4.3.1). Vergelijk ook de betekeniskaart 30 bij het lemma ''zicht'' (4.3.1) voor de geografische uitbreiding van pik in de betekenis "zicht" naast die van pik in de betekenis "mathaak". Zie afbeelding 5. [N 18, 72 en 73; JG 1a, 1b, 2c; A 14, 10; L 45, 10; R 3, 66; Gwn 7, 5; monogr.; add. uit N 11, 88; N 15, 16c en 16g; A 4, 28; A 23, 16.2; L 20, 28; Lu 1, 16.2] I-4